woensdag 31 december 2014

“PASSIE”

  
“Passie”, wat is dat? Doen wat je het liefste wilt doen, je droom waar maken, dat is “Passie” voor mij.
Die keuzes die je zelf wilt maken, en niet keuzes die je maakt omdat de omgeving dat van je verwacht, of omdat je het altijd zo doet, of omdat je gedwongen wordt.
Eigenlijk maakt het niet uit welke keuzes je maakt en wat je doet, zolang het maar die dingen zijn die je graag doet, die je met liefde doet.
Ik denk dat als je doet waar je passie ligt, de dingen soms als vanzelf lijken te gaan, omdat je er meer energie van krijgt dan dat het kost. Onderweg kom je zeker obstakels en problemen tegen, maar omdat je gedreven bent en je weet waar je het voor doet, neem je deze op de koop toe, en probeer je in iedere situatie de juiste keuze te maken. Het is iets om dankbaar voor te zijn als je in vrijheid keuzes kunt maken.  

Nu op de laatste dag van dit jaar, kijk ik terug op een bijzonder mooi jaar. Een jaar waarin ik heb gedaan wat ik het liefst wilde doen. Ik heb gereisd, genoten van mijn vrijheid, genoten van momenten van stilte en alleen zijn, en extra tijd gehad voor de mensen om wie ik geef.
Sinds oktober ben ik in Jordanië. Ik had op allerlei banen gesolliciteerd in Afrika en Azië, behalve op een baan in het Midden Oosten. Het Midden Oosten was voor mij onbekend terrein en ik was helemaal niet van plan hier heen te komen. Het nieuws in Nederland maakte mij niet echt enthousiast voor de omgeving van Syrië. Maar ik kreeg deze baan aangeboden, terwijl ik eigenlijk op iets anders had gesolliciteerd bij MDM. Nu ik hier ben, kom ik heel veel vriendelijke en aardige mensen tegen, die heel veel ellende hebben meegemaakt. Dit raakt mij.

Ik voel “Passie” voor mijn werk, omdat ik een bijdrage kan leveren, omdat het past bij wat ik kan, omdat het past bij mijn levensdoelen, en ik samen werk met gemotiveerde en gedreven mensen.

Ik voel me inmiddels helemaal verbonden met de missie hier in Jordanië, en met plezier steek ik er alle energie in. Ik ben begonnen als medisch adviseur in Jordanië, met een vrijwilligers loon en een contract voor 1 jaar. Vanaf 1 januari, ben ik echter vrijwilliger af, en ben ik medische coördinator, met een betaalde baan. Ik heb het gevoel als vanzelf in deze baan te zijn gerold. Maar ongeacht de functie, ik ga er helemaal voor.
Ik weet niet hoe 2015 voor me gaat lopen, maar het wordt vast weer een bijzonder jaar.
Ik wil iedereen bedanken voor alle aardige reacties het afgelopen jaar en wens iedereen een mooi en passievol 2015.

donderdag 25 december 2014

GELD EN KEUZES


Je hebt waarschijnlijk dit jaar weer een extraatje gehad, de eindejaarsuitkering. Misschien heb je het al uitgegeven of denk je er over na. De wintersportvakantie, een bijdrage aan een nieuwe auto, een fiets voor je zoon of dochter, of een nieuwe laptop. Een feit is, dat je een keuze moet maken, want je kunt niet alles met dit extraatje.
Bij het nadenken over de keuze, zal je waarschijnlijk ook nadenken over hoeveel profijt je hebt van de keuze. De wintersportvakantie, duurt één week en is duur. Eén week van plezier en ontspanning, maar daarna is het geld op. De nieuwe laptop gaat zeker weer 3 jaar mee, en hier maak je dagelijks gebruik van. De laptop gebruik je deels voor je werk en hoewel heel fijn om weer een snelwerkende laptop te hebben, het geeft niet de ontspanning waar je nu zo’n behoefte aan hebt. Kortom je moet een keuze maken, je kunt het geld maar één keer uitgeven en je wilt zoveel mogelijk waar voor je geld.

In Nederland hebben we regelmatig discussies over de kosten in de gezondheidszorg. Niet overal is geld voor, er moeten keuzes gemaakt worden. Het liefst keuzes die in verhouding weinig kosten en zoveel mogelijk resultaat op leveren voor de gehele Nederlandse samenleving. “Kosteneffectiviteit” noemen we dat.

Ook in de hulpverlening aan vluchtelingen is het geld beperkt en moeten er keuzes gemaakt worden. Er wordt heel veel gedaan voor vluchtelingen, maar er wordt ook veel niet gedaan, want de nood is hoog en het geld beperkt. Het geld komt van donoren. De donoren krijgen dit geld weer van mensen die keuzes hebben gemaakt met hun geld, ze hebben overwogen of ze het geld wel of niet konden missen, vervolgens hebben ze nagedacht aan welke organisatie dit geld wel en niet te geven. Het liefst moet zoveel mogelijk bij diegene terecht komen die je wilt ondersteunen en niet in de grote zak van een directeur. Iedereen wil tenslotte dat zijn zuurverdiende geld goed besteedt wordt.  
De donoren denken ook na over hoe het geld te besteden en schrijven zo voor wat er gedaan moet worden met het geld. 

Voor de meer dan 3 miljoen Syrische vluchtelingen betekent het dat er voor bepaalde dingen geld is. Voor het bestrijden van ratten en het uitzetten van rattengif, is geld. Ratten brengen namelijk ziektes over, en we willen geen ratten.
Voor een poliocampagne is ook geld. Het kost in verhouding weinig geld om vrijwilligers te trainen, die ieder kind twee druppeltje poliovaccin in de mond geven, en alle kinderen zijn beschermd tegen polio. Het kost bijna  niets en heeft een heel groot effect. Dit is heel erg kosteneffectief.
Donoren geven in principe alleen geld uit aan levensreddende zaken, zoals eten, schoon drinkwater, poliovaccinaties, voorkomen en bestrijden van infectieziekten, goede moeder en kind zorg en dus zoveel mogelijk voorkomen van moeder en kind sterfte

Maar niet overal is geld voor. Voor behandelingen boven de € 700,- wordt de aanvraag in een comité beoordeeld. Een patiënt bij wie één van zijn kransslagaderen voor 80 % dicht zit, wacht nu af wat het comité zegt. Gaan ze de behandeling betalen, zal het levensreddend genoeg zijn? Dure behandelingen waar je een enkeling mee helpt is niet kosteneffectief genoeg als je keuzes moet maken met het geld.
In één van onze coördinatie vergaderingen hebben we een discussie over het screenen op borstkanker. In Nederland is dit een routine voor alle vrouwen boven de 50 jaar. Er ontstaat een discussie of dit wel of niet moet gebeuren, wat als je een knobbeltje ontdekt, wat dan? We kunnen de vrouwen niets bieden, een behandeling is te duur, en wordt niet betaald door de hulporganisaties. Screenen op borstkanker valt niet onder de levensreddende handelingen die vergoed wordt door donoren. Voor kanker is geen geld als je vluchteling bent. Ook niet voor het vroegtijdig opsporen van kanker.

Het is begrijpelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden. Maar ik voel een steek in m’n hart. 

vrijdag 19 december 2014

ZAATARI CAMP- FILMPJE

Hieronder de link naar een recent filmpje van Zaatari Camp. Het geeft een beeld van Zaatari Camp, waar ik 2 á 3 keer in de week ben. Eén van onze klinieken is hierin te zien met een aantal van onze verpleegkundigen waar ik erg trots op ben. Het filmpje is van UKAID-DFID onze donor voor ons werk hier in Jordanië. 


Zaatari Camp Jordan

donderdag 18 december 2014

EEN STERKE VROUW


Amirah (gefingeerde naam) is een Arabische vrouw van 38 jaar. Ze is gekleed in spijkerbroek en strak shirt. Omdat ze in huis is met alleen vrouwen heeft ze haar hoofddoek afgedaan.
Amirah woont alleen in de grote stad, dat is heel bijzonder. Een Arabische vrouw van deze leeftijd is in principe getrouwd en woont samen met haar man en kinderen.  Ik vraag haar of ze getrouwd is. “Niet meer” antwoord ze “en ik ben niet van plan nog een keer te trouwen”.
Ze is uitgehuwelijkt op haar 18e jaar. Ze heeft vier kinderen van deze man. Ze zegt “Hij hield niet van mij, als hij wel van me gehouden had, had ik waarschijnlijk 15 kinderen gehad”. Zij heeft zelf besloten te willen scheiden, want ze was ongelukkig, ze had geen eigen leven, haar man commandeerde haar en ze moest doen wat haar man zei. De kinderen zijn bij haar man gebleven. Kinderen blijven na een scheiding in principe bij de man, met name omdat de vrouw geen inkomen heeft en financieel niet voor de kinderen kan zorgen. Haar vier kinderen wonen nu bij haar ex-man en zijn tweede vrouw. Ze heeft contact met ze via Skype. Na de scheiding ging ze bij haar ouders wonen. Haar ouders waren niet blij met de scheiding , want dit was slecht voor de reputatie. Ze hadden liever gehad dat ze troost had gezocht bij een andere man, maar wel bij haar man bleef. Amirah zegt: “Overspel mag niet in de Islam, maar in de praktijk is de reputatie belangrijker. Overspel hoeft niemand te weten, maar scheiden is een schande”. Amirah voelde zich erg onder druk gezet bij haar familie.  Om het huis van haar familie te ontvluchten, trouwde ze weer snel. Nu met een man, die wel van haar hield. Een man uit een minder welvarend milieu, maar iemand die heel veel moeite voor haar deed. Deze man hield echt van haar en ze trouwde. Maar na het trouwen bekoelde de liefde. Hij behandelde haar net zoals haar eerste man haar had behandeld en ze was wederom ongelukkig. Sinds ruim een half jaar is ze nu van hem gescheiden. Haar dochtertje bleef in eerste instantie bij haar, maar daar was haar man niet blij mee. De rechter heeft nu bepaald dat haar dochtertje naar haar man gaat. De reden voor deze uitspraak is het feit dat ze volgens haar tweede ex-man niet voor haar dochtertje kan zorgen omdat ze niet goed bij haar hoofd is. Tijdens haar huwelijk werd ze depressief en kreeg hiervoor medicatie van de arts. Dit feit maakt haar nu blijkbaar ongeschikt om voor haar dochtertje te zorgen.

Ze woont nu alleen, ze is bang dat haar familie naar Amman komt, want dan is ze haar vrijheid kwijt. Haar familie begrijpt niet dat ze alleen wil wonen, en natuurlijk is ze een schande voor de familie. Een vrouw die alleen woont, wordt gezien als een vrouw die continue met mannen de hort op is, en dat is een nog grotere schande.
Zij heeft echter genoeg van mannen. Ze zegt dat haar huwelijken geen goed gedaan hebben aan het beeld dat ze van mannen heeft en dat ze tijd nodig heeft om dit beeld bij te stellen. Ze is in ieder geval niet meer van plan om te trouwen. Ze is trots dat ze deze zelfstandige beslissingen heeft genomen en dat ze nu onafhankelijk is.

Voor me zie ik een sterke en reële vrouw, die nu voor haar zelf op komt, in een omgeving die dit niet accepteert. Ze moet er voor vechten. Ik merk dat ik een heel diep respect voel voor deze vrouw.


woensdag 10 december 2014

PALESTIJNEN IN JORDANIE


Regelmatig gebeurt het dat als ik iemand ontmoet, hij of zij zijn/haar naam noemt en zegt ik ben Palestijn.
Ook Mohammed (een gefingeerde naam) stelt zich voor en zegt: “Ik ben Palestijn”
Mohameds vader was 8 toen hij met zijn ouders naar Jordanië vluchtte wegens de oorlog. Hij leefde in een vluchtelingen kamp. Toen was er misschien één organisatie die hielp, heel anders dan nu. Mohamed heeft het Jordaans burgerschap. In Jordanië hebben alle Arabisch Palestijnse vluchtelingen het Jordaanse burgerschap gekregen, maar in hun hart blijven ze Palestijn. Ik zie geen verschil tussen Palestijnen en Jordaniërs. De helft van de bevolking in Jordanië bestaat uit Palestijnen. Volgens Mohamed doen Palestijnen het goed in Jordanië, zij hebben een leven opgebouwd, sommige verdienen goed geld en er zitten ook Palestijnen in de regering. Andere Palestijnen vinden dat Palestijnen minder kansen krijgen.

Inmiddels is de vader van Mohammed overleden. Een paar dagen voor zijn overlijden zei hij tegen zijn zoon: “Vergeet Palestina niet, dat is je vaderland. Je hebt daar een stuk land”. Mohamed is nog nooit in Palestina geweest en hij weet niet of hij het ooit zal zien. Als het mogelijk zou zijn vertrok hij meteen naar Palestina. Ook hij vertelt zijn zoon: “Vergeet Palestina niet, dat is je vaderland. Je hebt daar een stuk land”.
Ik maak een opmerking: “Wat is het toch jammer dat mensen niet in vrede naast elkaar kunnen leven”. Mohameds antwoord: “Er komt nooit vrede met Israël, zij hebben zoveel van onze mensen gedood, dat kunnen wij niet vergeten”.  

Het maakt me triest dit gesprek. Ik vraag me af of er ooit vrede zal zijn, als mensen niet kunnen vergeten en boos blijven.

Veel Palestijnen zijn indertijd ook naar Syrië gevlucht. Zij hebben zich in Syrië gesetteld, net zoals de Palestijnen in Jordanië. Nu zijn de kinderen van deze ouders weer op de vlucht voor de oorlog in Syrië. 

vrijdag 5 december 2014

AMMAN FOTOS


Het is Vrijdag, ik heb weekend, het is mooi weer, dus wandel ik door Amman richting Citadel. Wandelen in Amman betekent heuvel op en heuvel af, trap op en trap af.  De Citadel is een heuvel in Amman met archeologische bezienswaardigheden.  






















woensdag 3 december 2014

MIJN MULTIFUNCTIONELE APPARTEMENT


Ik heb een veel te groot appartement, met teveel ruimte voor één persoon. Een deel van dit appartement heb ik inmiddels omgetoverd tot een knusse huiskamer en er mijn plekje van gemaakt.
Deze week blijkt dit appartement multifunctioneel te zijn. Er wordt een workshop in mijn appartement gehouden met ruim 15 man. Oeps! Ik moet even slikken……..?

Zondag, ga ik met de logistiek medewerker naar mijn appartement, en hoop enigszins wat invloed uit te kunnen oefenen, maar mijn invloed is zeer beperkt.
Maandag ochtend met het ontbijt, heb ik gezelschap van een jonge dame, de eerste gast. Overdag ben ik in Zaatari kamp.
Als ik ’s avonds thuis kom ben ik benieuwd hoe het appartement eruit ziet, ik heb geen idee. Ik stel het naar huis gaan nog even uit en ga eerst borrelen, met een paar collega’s.
Om half negen ’s avonds wandel ik mijn appartement binnen. Alle grote lampen branden en de hut is verbouwd tot een conferentieoord. Er is een ruimte voor de versnaperingen met kartonnen bekertjes, koffie, thee, water en er is een ruimte om te vergaderen.
Midden in het huis staat een lange tafel opgesteld met een notitieboekje, pen en flesje water bij iedere zitplaats. De beamer, de flapovers, de stiften en alle benodigdheden voor een goede bijeenkomst zijn aanwezig. Ergens achterin heeft men geprobeerd, nog enigszins met mijn wensen rekening te houden, en is er een nog iets wat op een knus hoekje lijkt. Daar zit mijn tijdelijke huisgenoot opgekruld in pyjama op een stoel.
’s Avonds om elf uur, komt de tweede gast, hij is even uit Europa overgevlogen voor de workshop. Ik maak hem wegwijs en wens hem welterusten.

De volgende dag ben ik erg snel op mijn werk, ik hoef de deur niet uit. Om 8.00 pik ik mijn plekje vast in aan de lange tafel, en start mijn laptop op. Een half uur later komen de eerste mensen binnen. Zij zijn niet tevreden met de lange tafel, deze is niet geschikt voor een workshop en mijn appartement wordt weer helemaal verbouwd.
Langzaam druppelen de mensen binnen, het is een heel geroezemoes, en om half tien starten we met een paar huisregels, zoals buiten roken, en de peuken graag in de asbakken doen.
Halverwege de dag wordt de catering verzorgd, echt netjes blijft het niet.
Ook mijn slaap kamer is niet veilig. Na de lunch vraagt één van de gasten of er een rustige ruimte is om te bidden, en ik wijs haar mijn slaapkamer.

‘s Avonds als iedereen is vertrokken, sta ik verloren in mijn appartement rond te kijken. Er is mij net verteld, dat morgen om 7.00 de huishoudster langs komt om schoon te maken. Mijn koelkast staat vol met resten van de catering, die ik de komende week niet zelf wil opeten. De manlijke huisgenoot is de hort op, de jongedame helpt mij om alle zooi in vuilniszakken te doen, hier en daar rapen we een peuk op, en even later is het appartement enigszins toonbaar.

Ook deze tweede dag ben ik als eerste op mijn werk, zodra ik mijn bed uit kom, ben ik er. Om 7.00 staat de schoonmaakster op de stoep. Ze heeft iemand meegenomen, zodat ze snel alles kunnen doen, voordat straks de gasten weer komen.
Ook deze dag is het weer een heel gebeuren in mijn huis. Tussen de middag hebben we vandaag pizza, dat betekent dat er overal pizza dozen staan en halflege blikjes drinken. Vandaag eindigt er veel minder etensresten in mijn koelkast. De pizza gaat er goed in.


Eind van de dag kijken we terug op een zeer geslaagde workshop tweedaagse, waarin we de strategie voor de komende twee jaar hebben besproken. Morgen komt de schoonmaakster, maar ik kan niet wachten om de boel weer op orde te brengen. Na twee dagen zitten steek ik met plezier de handen uit de mouwen. Dus ik vlieg met bezem en dweil door het appartement schuif alles weer op zijn plaats. ’s Avonds zit ik weer op mijn vertrouwde plek in mijn knusse huis en typ dit bericht voor de weblog. De schoonmaakster zal morgen wel blij zijn, want die verwacht een hoop werk.

zondag 30 november 2014

KOUD EN NAT IN HET VLUCHTLINGEN KAMP


Stel je voor, je staat met je tent op de camping, met je 4 kinderen. Het is koud, het regent en het waait. Als je de tent uit loopt, op weg naar het toilet of het keukenblok, stap je in de modder, en als je terug loopt probeer je de modder uit je tent te houden. Het is buiten koud, maar binnen in de tent is het niet beter. Het heeft 2 dagen aan één stuk door geregend en de tent kan het water helaas niet tegen houden.
Als je tijdens je vakantie kampeert, besluit je waarschijnlijk je auto in te pakken en terug naar je comfortabele huis te rijden.

In het vluchtelingenkamp kan dit helaas niet. Thuis is in Syrië, en je huis is daar plat gebombardeerd en je bent er niet veilig.  

Het is een koude week in november. Overdag is het tussen de 8 en 10 graden, ‘s nachts nog kouder. Het is nat, het regent al twee dagen, het is guur en koud. Dit is nog maar het begin, het wordt nog erger, het wordt nog kouder, en misschien gaat het sneeuwen.

Eerlijk gezegd, had ik zelf niet zo’n rekening gehouden met de kou, en ik heb te weinig warme kleding meegenomen van huis. In het vluchtelingen kamp, loop ik buiten van barak naar barak. Dat geldt ook voor de verpleegkundigen, de artsen, de verloskundigen, dus iedereen is dik gekleed. De patiënten zitten te wachten in de wachtruimte, beschut tussen de barrakken, maar wel in de buitenlucht.
Ik loop op m’n stevige wandelschoenen door het kamp, die erg nuttig zijn in deze nattigheid en modder. Je hoeft hier niet netjes gekleed te gaan in een mantelpak of kostuum, want voor dat je het weet bevat het moddervlekken. Welke functie iemand ook heeft, een degelijke spijkerbroek en stevige stappers is de aanbevolen kleding hier. Kortom ik voel me wat dat betreft helemaal thuis hier.

Ik kom hier alleen om te werken, stap eind van de dag de warme auto in, om ‘s avonds in m’n comfortabele appartement te ontspannen.  

Een groot deel van de mensen in dit vluchtelingenkamp woont inmiddels in barraken. Er is zelfs elektriciteit, dus dat geeft de mogelijkheid de barak te verwarmen.  
Er wonen echter ook nog steeds veel mensen in tenten, met hun gezin. Voor hen wordt de winter zwaar.
Er is veel hulp en zorg in dit vluchtelingen kamp. Er is voedsel, er is schoon drinkwater, er zijn scholen, er zijn gezondheidsposten, kinderen worden gevaccineerd.
Maar in de winter in een tent wonen is zwaar en zeker niet goed voor de gezondheid.

Onderstaande link is een filmpje van Save the Children en laat zien hoe het er vorig jaar uitzag tijdens de winter in Zaatari.





donderdag 20 november 2014

EEN JORDAANSE WERKWEEK

Zondag
De eerste werkdag van de week. Ik ontbijt s’ochtends met een kop koffie op mijn balkon in het zonnetje met uitzicht over Amman. De zon is nog niet zo fel, en het is een ontspannen begin van de dag. Om 8.15 vertrek ik en wandel naar mijn werk. Tien minuten later ben ik op kantoor. Ik vind deze relaxte start nog steeds een luxe. In Nederland vertrok ik tussen half en kwart voor zeven zonder ontbijt, en hoopte onderweg geen file te hebben.

Ik start mijn laptop op. Donderdags maak ik in principe mijn planning voor de week erop. In het weekend, maak ik mijn hoofd namelijk helemaal leeg. Als ik donderdags geen plan maak, duurt het een poos voordat ik ben opgestart. Ik lees en beantwoord mail, mail mijn planning door naar de verschillende gezondheidsposten, zodat ze weten wanneer ik kom en wat ik kom doen.
Ik rond mijn deel van een maandelijkse rapportage af en bespreek dit met de coördinator voor geestelijke gezondheidzorg. Vorige week mocht ik data verzamelen en input geven voor de driemaandelijkse rapportage voor een donor. Ik doe dit allemaal voor de eerste keer, en het kost veel tijd om in al deze nieuwe zaken te verdiepen.

Om 10.00 starten we met onze twee wekelijkse vergadering op kantoor. Het coördinatie team bestaat momenteel uit een coördinator voor personeel, administratie en financiën, een coördinator voor logistieke zaken, een coördinator en technisch adviseur voor de geestelijke gezondheidszorg, ik zelf voor de gezondheidszorg, en 3 Jordaanse managers van de drie gezondheidszorgposten.
Iedere manager vertelt de stand van zaken in de eigen kliniek en we bespreken eventuele knelpunten. Ik spreek met de managers af dat ik volgende week diverse gezondheidszorginstellingen wil bezoeken samen met één van hen. Doel is een goed beeld te krijgen van onze partners, de doorverwijzingen, huidige en toekomstige samen werking bespreken. Begin december hebben we een strategische workshop om doelen en plannen voor het volgend jaar te bespreken. Ik mag daar een presentatie geven over de huidige stand van zaken en onze huidige en mogelijke partners. Er is veel om me in te verdiepen.

Na de lunch in een lokaal restaurant om de hoek, werk ik nog aan diverse documenten, lees een aantal zaken door en bespreek diverse zaken met collega’s. Om zeven verlaat ik het kantoor, op weg naar huis doe ik nog een paar boodschappen.

Maandag
Ik lees mijn mail, print een paar zaken en stap om 9.00 in de auto. Normaal heb ik coördinerende vergadering in Zaatari kamp met alle organisaties die gezondheidszorg leveren. Vandaag ga ik echter eerst naar het politiebureau omdat mijn visum is verlopen. Een half uurtje was mij gezegd. Ik begin op politiebureau nummer 1. Om binnen te komen moet ik eerst een poortje door, wat gaat piepen en mag ik mijn bagage laten controleren. De chauffeur, die me op deze tocht begeleidt, gaat via de manneningang. Binnen zie ik hem nergens. Ik wacht even, maar besluit dan zelf te gaan babbelen aan de balie. Helaas men verstaat mij niet, en een gesprek in het Arabisch lukt me nog niet. Ik bel: “Help, waar ben je?” Wat blijkt de chauffeur mocht niet naar binnen, hij heeft hier niets te zoeken. Uiteindelijk laten ze hem toch binnen om mij te komen helpen. Hij gaat voor mij babbelen, wat blijkt: ik ben op de verkeerde plek. Voor mijn volgende visum moet ik hier komen, maar niet nu. We crossen door Amman en gaan naar politiebureau nummer 2. Hier krijg ik een formulier om vervolgens door te gaan naar politiebureau nummer 3. Hier worden vingerafdrukken genomen van alle tien mijn vingers. Ik vraag me af of ze wel duidelijk genoeg zijn. Afhankelijk van de hoeveelheid inkt op mijn vinger is de ene vingerafdruk erg vaag en de andere een grote klodder zwart. Ik krijg weer een formulier mee en ga terug naar politiebureau nummer 2. Hier mag ik driekwartier wachten en krijg dan eindelijk mijn visum voor 2 maanden. Na deze sightseeing Amman en politiebureaus rijden we naar Zaatari kamp. Ik kom eindelijk om twee uur aan in kliniek 1 in het kamp.
Ik heb een evaluatie gesprek met een verpleegkundige wiens proeftijd afloopt en zijn manager.
De teamvergadering die daarna volgt geeft mij weer een hoop energie. We bespreken diverse knelpunten in de patiënten flow in de kliniek, en iedereen denkt mee. Ik word enthousiast van de ideeën en de discussies.
Om vier zit ik weer in de auto, we slaan de lunch die ik normaal onderweg heb over, want er staat om vijf uur een Skype vergadering gepland in Amman met het hoofdkantoor in Parijs.

Dinsdag
Vandaag ben ik extra vroeg, en om tien voor acht wandel ik naar kantoor. Het geeft me even tijd om op kantoor het één en ander te doen voordat ik vandaag om 8.30 in de auto stap. Ik ga vandaag naar kliniek 2 in Zaatari. Onze vertaler gaat mee, en al babbelend blijkt dat ze vandaag jarig is. Een spontane actie komt in me op en ik bespreek met de chauffeur of hij dat kan regelen. Ik meld me bij de manager, vervolgens ga ik samen met onze vertaler naar de verloskundige. Omdat ik inhoudelijke supervisie geef en mensen evalueer op hun vakgebied, welke niet mijn eigen vakgebied is, was ik op zoek naar een hulpmiddel. Inmiddels ben ik gestart supervisie-checklists ontwikkelen voor ieder specifiek vakgebied. Onze verloskundige is de eerste bij wie ik dit gebruik. Samen met onze vertaler ben ik in haar kantoor, of haar barak. Vandaag ziet onze verloskundige diverse vrouwen die zwanger zijn, ze geeft voorlichting, controleert de vrouw, de groei van het kind, het hartje, controleert het Hemoglobine gehalte en bloedsuiker en geeft voorlichting. Ze counselt vrouwen, die voorbehoedsmiddelen willen en bespreekt met hen de verschillende methoden en geeft uitleg.
Na de verloskundige gaan we naar de apotheek, ik observeer en bespreek diverse zaken.
Ik heb nog een gesprek met één van de artsen en zie nog een aantal verpleegkundigen. Als de verloskundige al haar klanten heeft gezien evalueer ik samen met haar en de manager.
Terwijl er gebak en cola op de binnenplaats tussen de barraken wordt geregeld, maak ik een ronde met onze vertaler langs alle posters. Eén van de dingen waar we aan gaan werken is voorlichtingsmateriaal, posters, folders, gecombineerd met trainen om goed gezondheidsvoorlichting te geven. Tot slot wandel ik met onze vertaler naar het midden van de binnenplaats, waar haar een verrassing staat te wachten. Er wordt voor haar gezongen en we eten gebak. Een gezellig einde van de dag.

Woensdag
Vandaag ben ik op weg naar Ramtha. Ik breng veel tijd door in de auto, en die wil ik graag nuttig besteden, dus werk ik op mijn laptop tijdens de autorit. In Ramtha ga ik naar ons apotheek-magazijn. Vanuit hier worden alle klinieken voorzien van medicatie en medische materialen.
Vandaag kom ik om de drie maandelijkse bestelling bij onze leverancier te bespreken. Voor mij is alles nieuw, ik heb veel vragen, en wil een goed beeld hebben. Maar met een hoop gezond verstand, kom je een heel eind. We doen voor het eerst een driemaandelijkse bestelling bij een leverancier waar we een contract mee hebben afgesloten. Hiervoor waren het steeds maandelijkse bestellingen. De apotheker heeft graag voldoende voorraad, maar we moeten ook rekening houden met het budget wat hiervoor is afgesproken. Ik ben verkleumd als ik na drie uur uit dit gekoelde magazijn kom en ben blij even het zonnetje in te stappen. Ik heb nog een gesprek met de artsen en de manager en vertrek dan weer naar Amman. Om half vier ben ik daar op mijn vervolgafspraak, waar we de bestelling bespreking met de logistiek manager bespreken.

Donderdag
Om de week heb ik donderdags een vergadering in het kamp. Vandaag niet. Het prettige hieraan is dat ik extra tijd heb in de klinieken.
Ik ben om 10.00 in kliniek 2 in Zaatari vluchtelingen kamp. Ik kijk mee met een verpleegkundige die alle patiënten als eerste ziet en allerlei controles doet. Het is een gezellige boel in de barak waar hij werkt. Er zitten diverse dames met hun kinderen. De mannelijke verpleegkundige babbelt gezellig met de vrouwen en kinderen terwijl hij de temperatuur op neemt. De verpleegkundige vraagt naar de vaccinaties van de kinderen en doet standaard bij iedere kind onder de 5 de MUAC (Mid upper arm circumference). Hierbij wordt de omtrek van de linker bovenarm gemeten, als standaard screening voor ondervoeding. De verpleegkundige neemt de kinderen bij de hand richting de weegschaal, sommige kleine kinderen huilen, wat grotere kinderen vinden alles interessant. De vrouwen babbelen gezellig en zijn ook benieuwd naar hun gewicht, dus hij nodigt ze uit op de weegschaal.

Mijn volgende stop is de barak van de vaccinatieverpleegkundige, zij geeft de standaard vaccinaties aan kinderen en zwangere vrouwen en is ook de verpleegkundige om antiluis shampoo te halen.

In onze kliniek hebben we een programma lopen voor kinderen boven de 5 jaar die nog in bed plassen en niet zindelijk zijn. Dit programma wordt gedraaid door vrijwilligers, zij krijgen vanmiddag voorlichting van één van onze verpleegkundige over de verschijnselen van een urineweginfectie, wanneer ze wel of niet moeten doorverwijzen naar een arts en hoe een urineweginfectie te voorkomen. Ik bespreek deze voorlichting vooraf met de verpleegkundige. Deze verpleegkundige heeft prima kennis van zaken. We bespreken hoe een duidelijke begrijpelijke boodschap over te brengen en hoe interactie te bevorderen. Vervolgens mag ik meegenieten van deze voorlichting en dit met hem evalueren. De vrijwilligers zijn helemaal tevreden met wat ze vandaag geleerd hebben.

Om vier uur zit de dag er weer op in de kliniek. Op de terugweg richting Amman halen we iets wat een beetje op een lunch lijkt. Soms leert de chauffeur me op de terugweg wat Arabisch, de standaard groeten komen er inmiddels vanzelf uit, tellen tot honderd is geen probleem, maar verder is het Arabische een moeilijke taal om te leren.
Vandaag heb ik het gevoel dat ik nog veel moet doen, dus werk ik nog even door op mijn laptop.
Als ik onderweg de prachtige oranje zonsondergang in dit woestijnlandschap zie, besluit ik dat het tijd wordt om mijn laptop dicht te klappen.

Het is nu donderdagavond en ik heb weekend. In mijn knusse appartement werk ik aan mijn weblog. Het appartement waar ik woon was eerst saai en koud. Nu is het warm aangekleed met schemerlampen, een vloerkleed, doeken over de stoelen, een paar kleedjes over de tafels, een waterpijp en een paar planten.

Nu ik mijn eigen plekje een beetje heb gecreëerd, is het tijd om een soort housewarming party te houden. Morgen komen mijn collega’s van kantoor eten.




dinsdag 11 november 2014

HUWELIJK: NORMEN EN WAARDEN


Overal in de wereld hebben mensen verschillende gewoontes en visies, zo ook op het huwelijk.  
Een moslim man mag vier vrouwen trouwen. In Nederland kunnen mannen, met mannen trouwen. Er zijn mensen die trouwen uit liefde, anderen worden uitgehuwelijkt. Er zijn mensen met een LAT relatie en er zijn meisjes die trouwen op hun 12e jaar.

Van de week bewonderde ik het leven op straat. Ik zag twee mannen met rood-wit geblokte doeken op hun hoofd elkaar begroeten, omhelzen en zoenen. Ik maakte daar een opmerking over tegen mijn gesprekspartner, een Jordaanse man. Ik vertel dat in Nederland vrouwen elkaar begroeten met een zoen, mannen zoenen ook vrouwen ter begroeting, maar je ziet in verhouding weinig mannen elkaar begroeten met een zoen. In Jordanië kijkt niemand er van op als mannen elkaar zoenen of omhelzen bij een begroeting. Maar mannen begroetten vrouwen niet met een zoen, en veel mannen geven een vrouw ook geen hand. Het is altijd aardig om over de verschillen in gewoontes en het waarom te babbelen. Al babbelend komt het gesprek op mannen die met elkaar trouwen. “Disgusting”, zegt mijn gesprekspartner uit de grond van zijn hart.
Ja, ja…… het is duidelijk. Ik wilde eigenlijk nog een balletje opgooien, de discussie leek me wel aardig, en ik lok graag mensen uit de tent. Helaas riep het werk.  

Een paar uur later dezelfde dag.

Er komt een jong meisje binnen bij de kinderarts met twee kleine kinderen. Ik vraag me af of het meisje het oudere zusje is, of een jonge moeder, die er wel heel erg jong uitziet. Ze heeft haar hoofd in een doek gewikkeld, dus ik zie maar een deel van haar gezicht.  Ze komt op mij over alsof ze zelf nog een kind is.
Als het meisje vertrekt, vertelt de kinderarts, dat het meisje de moeder is van 14 jaar. Haar oudste kind is 2 jaar.

De tranen schieten in m’n ogen. Hoe kan het……….? Zo’n jong meisje. Ze is dan waarschijnlijk op haar elfde getrouwd. Misschien was ze net twaalf. Ik vraag me af wie haar man is en hoe oud hij is. Ik ga er van uit dat de man zeker een aantal jaren ouder is, anders kun je niet eens een gezin onderhouden. Hoe kun je met zo’n jong meisje, een kind nog, gaan trouwen, het bed in kruipen en kinderen krijgen. Ik vind het onbegrijpelijk. Ik vind dat het niet moet mogen, ik vind het bizar. M’n moederhart spreekt en het liefst zou ik het meisje willen redden en beschermen.

Ik denk aan mijn gesprekspartner vanmorgen die bij het homohuwelijk uit de grond van zijn hart zei “Disgusting”. Het zelfde woord komt nu in me op, als ik aan dit kind huwelijk denk.

De jonge moeder blijft nog lang in mijn gedachten hangen en ik denk na over de cultuurverschillen.  Wat is wel en niet acceptabel, welke normen en waarden bepalen dat? Mag ik zomaar oordelen over het huwelijk met dit jonge meisje. Mag een ander zomaar oordelen over een homohuwelijk bij ons. Waarom wordt ik zo geraakt door dit kind huwelijk, en waarom vindt een ander het homohuwelijk bizar?

Eigenlijk vind ik dat ik deze twee huwelijken niet eens naast elkaar kan leggen, maar in beide gevallen vindt een ander, uit een andere cultuur, met een andere visie daar iets van.  Wat is het verschil?
Ik bedenk me dat dit met rechten te maken heeft. Iedereen heeft recht op geluk, maar een kind heeft ook recht om kind te zijn. Wie bepaalt deze rechten, het christendom, de islam, de Arabische wereld, de westerse wereld, de mensheid, welk deel van de mensheid?
Ik bedenk dat zolang een mens een wel overwogen beslissing kan nemen, je elkaar en anderen geen kwaad en pijn doet, en elkaar het geluk gunt, dan is iets goed.
Maar wat kwaad en pijn is wordt misschien in ieder cultuur anders ervaren.
Een kind van 12 is in mijn ogen niet volwassen genoeg, om een weloverwogen eigen beslissing te nemen, en moet nog de kans hebben zich te ontwikkelen en ontplooien op allerlei gebied. Maar welke visie is de juiste?

Natuurlijk vind ik dat mijn visie de juiste is! Maar dat vindt iedereen van zijn eigen visie.
Wie ben ik, in een ander land, een andere cultuur. Ik ga er van uit dat iedere vader en iedere moeder het beste voor heeft met zijn kinderen. En ik vraag me af wat de beweegredenen zijn geweest voor de ouders om met dit huwelijk in te stemmen. Een reden kan zijn dat het jonge meisje verzekerd is van persoonlijke en materiële zekerheid en veiligheid door middel van het huwelijk.
Wat acceptabel is hangt af van allerlei factoren. Waar heeft je wiegje gestaan; wat is je religie; woon je in het westen, het midden oosten of Afrika; ben je arm of rijk; leef je in oorlog of in vrede.  

Ter informatie:
De wettelijke leeftijd om te trouwen in Jordanië is 18, maar uitzonderingen zijn mogelijk vanaf de 15 jaar in specifieke omstandigheden en alleen met toestemming van de rechter. (de Sharia).
De wettelijke leeftijd om te trouwen in Syrië is 18 voor jongens en 17 voor meisjes. Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk met toestemming van een wettelijke mannelijke voogd en speciale toestemming van de rechter. Jongens kunnen dan trouwen op de leeftijd van 15 jaar, meisjes op de leeftijd van 13 jaar.
Zowel in Jordanië en Syrië moet aan diverse voorwaarden worden voldaan, wil de rechter toestemming geven. Voor diegene die meer willen weten, hieronder een link: een onderzoek naar huwelijken met jonge mensen in Jordanië. 





donderdag 6 november 2014

POLIO CAMPAGNE


Polio is een ernstige infectieziekte en wordt ook wel kinderverlamming genoemd.  Het is een ziekte die voornamelijk voorkomt bij kinderen onder de 5 jaar. De ziekte verspreidt zich makkelijk vooral onder slechte hygiënische omstandigheden. Bij 90% van de kinderen gaat de ziekte voorbij zonder dat zij klachten hebben. Een deel van de kinderen krijgt griepachtige verschijnselen. Bij een kleine groep ( 1 op de 200 kinderen)  kunnen verlammingen optreden en als verlammingen optreden van slik en ademhalingsspieren kunnen kinderen eraan overlijden. Voor 1957 kwam polio in Nederland vaak voor en regelmatig overleden kinderen aan Polio.

Sinds 1957 worden kinderen in Nederland gevaccineerd tegen polio. In Nederland hebben we de afgelopen 20 jaar geen meldingen van polio meer gehad en sinds 2002 is Europa Poliovrij.

In 1988 is er een campagne gestart over de hele wereld om polio de wereld uit te roeien. Sinds die tijd is het aantal kinderen met verlammingsverschijnselen met 99% gedaald. Er zijn nog een aantal landen waar polio voorkomt.


In Syrië was voor de oorlog meer dan 90% van de kinderen gevaccineerd tegen de bekende kinderziektes, inclusief polio. Sinds 1999 waren er geen meldingen van polio in Syrië. Echter, sinds het uitbreken van de oorlog is dit veranderd. Twee derde van de ziekenhuizen zijn gesloten in Syrië, een groot deel van gezondheidspersoneel is gevlucht. Ouders vluchten met hun kinderen. Dat betekent dat een groot deel van kinderen onder de twee jaar niet is ingeënt of niet alle inentingen hebben gehad. Dit vergroot de kans op kinderziektes.
In oktober 2013 was er een uitbraak van Polio in Syrië. De ziekte heeft tot nu toe 36 kinderen verlamd.

Om te voorkomen dat kinderen polio krijgen worden er Polio vaccinatie campagnes gehouden met als doel alle kinderen te vaccineren tegen polio over de gehele wereld. De polio campagnes worden gehouden in die landen waar polio nog een risico is.
Ook in Jordanië, houden we een polio campagne, en dus ook in de vluchtelingen kampen.   
In de week van 26 oktober begon de voorlichting, op scholen, in de klinieken en alle andere openbare plekken. Vrijwilligers gingen het kamp in om voorlichting te geven en folders uit te delen.
Deze week gingen vrijwilligers van deur tot deur, of van tent tot tent, en kregen alle kinderen onder de 5 jaar twee druppeltjes polio vaccin in de mond, ongeacht of ze wel of niet gevaccineerd zijn tegen polio. Ook bij ons in de klinieken kregen kinderen het polio vaccin. Ieder kind dat het polio vaccin heeft gehad krijgt een merkteken op zijn pink, door de nagel zwart te kleuren met een stift. Met de zwarte pink kunnen we voorkomen dat een kind twee keer wordt gevaccineerd en kunnen we controleren of het kind al is gevaccineerd. Iedereen die vaccineert houdt een lijst bij, waarop hij of zij bij houdt hoeveel kinderen hij of zij gevaccineerd heeft. Deze zijn vandaag allemaal opgehaald door het Ministerie van gezondheidszorg.  Volgende week krijgen we te horen hoeveel kinderen gevaccineerd zijn. In één van onze klinieken in het kamp hebben 411 polio vaccinaties gegeven, van de andere weet ik het nog niet.
Het is een redelijk eenvoudige vaccinatiecampagne, goedkoop en goed voorgelichte vrijwilligers kunnen de druppeltjes aan de kinderen geven.

Hier een link naar een fotoreportage van de polio vaccinatie in Jordanië Augustus 2014  







woensdag 29 oktober 2014

RESILIENCE


Resilience, oftewel in het Nederlands veerkracht, herstellingsvermogen, de kunst om tegenslagen te boven komen.
Het is bijzonder mooi om te zien hoe mensen na zoveel verdriet, weer hun leven opbouwen.
Hieronder een link van een filmpje van ons “Mental Health” programma in Jordanië.
Het geeft een goed beeld van de situatie waarin Syrische vluchtelingen wonen en leven; en hoe zij hun leven weer opbouwen.

vrijdag 24 oktober 2014

OP BEZOEK BIJ EEN SYRISCH GEZIN


Er zijn ongeveer 600.000 Syrische vluchtelingen in Jordanië. Een kwart hiervan woont in een vluchtelingenkamp. De overige vluchtelingen wonen verspreid in het noorden van het land.
De stad Ramtha ligt in Noord Jordanië, 5 kilometer van de grens met Syrië. Het is één van de eerste steden die een stroom vluchtelingen te verwerken kreeg. Wij hebben hier een basisgezondheidscentrum en werken daarnaast met Community Health Workers. Dit zijn verpleegkundigen, die in tweetallen, huisbezoeken af leggen bij Syrische gezinnen. Zij bespreken hun situatie, geven voorlichting over relevante gezondheidsproblemen en leggen uit waar zij zorg en andere hulp kunnen krijgen. Er is veel ondersteuning en hulp voor de Syrische vluchtelingen, maar niet iedereen maakt hier gebruik van om diverse redenen.

Vandaag ga ik op pad met een tweetal Jordaanse Community Health Workers. Er gaat een vertaler mee, want helaas spreek ik nog geen Arabisch. We dragen allemaal ons vest met het logo van MDM. Onderweg vragen de Community Health Workers in een winkeltje en aan kinderen of zij weten in welke huis een Syrisch gezin woont. De kinderen wijzen ons een huis. Wij kloppen aan bij een roestige metalen deur in een muur die op een kier staat. Als de Community Health Worker de deur open duwt staat er een meneer boven aan een trap en de Community Health Worker legt uit wie wij zijn. We lopen door een tuin met zand en steen en gaan de trap op. In de kamer liggen op de grond beklede matrassen tegen de muur met kussens. In de hoek van de kamer staan 2 blauwe schoolrugzakjes met het logo van UNICEF en Save the Children. We worden uitgenodigd te gaan zitten en installeren ons op de matrassen op de grond. Eén van de Community Health Workers stelt ons voor, vertelt wie we zijn, van welke organisatie we komen en het doel van ons bezoek.

De Community Health Workers stellen vragen tijdens het gesprek over de samenstelling van de familie, hun leefomstandigheden, hun sociaaleconomische situatie en lichamelijke en geestelijke gezondheid. De bewoners vertellen hun verhaal. Er woont hier een Syrische vrouw met haar 4 kinderen. Haar man is doodgeschoten. Eén van haar kinderen wil niet dat haar moeder de deur uitgaat want ze is bang dat ze ook haar moeder kwijt zal raken. Het kind durfde in eerste instantie ook niet naar school, maar inmiddels gaat dat beter. De kinderen hebben moeite om aansluiting te vinden met andere kinderen op school.
De scholen in Jordanië zijn overvol, vanwege de vele vluchtelingen. De helft van de Syrische vluchtelingen is kind. Om een deel van de volle klassen op te vangen zijn er twee rondes waarin de kinderen naar school kunnen, in de ochtend en in de middag. De school is gratis voor de Syrische kinderen, maar niet alle Syrische kinderen gaan naar school. De kinderen van deze Syrische vrouw gaan naar school, behalve de jongste.
De community Health Workers geven voorlichting over vaccinaties, leggen uit dat in de week van 2 november een polio vaccinatie campagne is, geven een folder en vragen de vrouw dit vooral ook aan anderen te vertellen.

De vrouw is nu ruim een jaar in Jordanië, de eerste paar maanden heeft ze in een vluchtelingenkamp gewoond. Nu woont ze in dit huis voor 160 Jordaanse dinar, welke een erg hoog bedrag is. Ze krijgt vouchers van de UNHCR. Hier kan ze eten voor kopen en andere huiselijke benodigdheden.
De vrouwelijke verpleegkundige vraagt of ze het huis mag zien. Het huis is slecht onderhouden, er zitten scheuren in de muren, hier en daar is lekkage en er hangen losse elektriciteitsdraden. De keuken ziet er niet al te fris uit en overal staan resten eten. De verpleegkundige geeft voorlichting over veilig drinkwater en hygiënisch omgaan met voedsel m.b.v. voorlichtingsmateriaal welke ze bij zich heeft.

De man die ons binnen liet is een oom, hij woont een etage lager met zijn vrouw en twee kinderen.
Zijn huis in Syrië is vernietigd door bombardementen. Als hij geen kinderen had gehad was hij in Syrië gebleven, maar hij wil zijn kinderen en veilige plaats bieden. Na de verwoesting van zijn huis, heeft hij zijn zaak verkocht en is met zijn vrouw en kinderen gevlucht. Het geld van zijn zaak is inmiddels op. De mannelijke Community Health Worker vraagt of hij weet waar hij financiële steun kan krijgen en vouchers. De man vertelt dat hij wil werken, maar niemand neemt hem aan. Nu doet hij niets en moet jij zijn hand ophouden. Syrische vluchtelingen krijgen geen werkvergunning en mogen dus officieel niet werken in Jordanië. De Community Health Worker vraagt hoe hij zich voelt en of hij het psychisch aankan. Hij antwoord: “Dat moet je niet vragen, stel maar vragen over de kinderen”. Als de manlijke Community Health Worker in de loop van het gesprek nog een keer vraagt naar het psychisch welzijn van de man krijgt hij hetzelfde antwoord.

De Syrische vrouw heeft ons ondertussen koffie gebracht in hele kleine gebloemde kopjes. De koffie is erg sterk. Inmiddels weet ik dat ik niet het hele kopje leeg hoef te drinken, want de onderste helft bevat koffieprut.

Inmiddels is ook de vrouw van de oom erbij gekomen. Zij heeft een gynaecologisch probleem. Ze fluistert met de vrouwelijke Community Health Worker terwijl de manlijke collega verder met de man praat. Zijn vrouw krijgt ondertussen uitleg waar ze heen kan met haar klachten en krijgt een doorverwijzingskaartje. De Community Health Worker vraagt het telefoonnummer van de vrouw en zegt dat ze over een paar dagen zal bellen, om te horen of het gelukt is met de doorverwijzing.
Tijdens het vervolg van het gesprek wordt uitgelegd welke hulp wij bieden, ook op het gebied van psychologische hulp.

Ik ben onder de indruk van het gesprek en hoe deze twee Community Health Workers hier hun werk doen. Veel onderwerpen zijn besproken in een ontspannen sfeer. Als we vertrekken worden de Community Health Workers bedankt, de bewoners hebben veel gehad aan dit gesprek.

Als we weer op straat staan, sluit ik me aan bij een ander tweetal Community Health Workers voor een volgend bezoek.


vrijdag 17 oktober 2014

EEN TIJDELIJKE STAD IN DE WOESTIJN


Ik zit ’s ochtend om 9.00 in de auto en ben op weg naar het Zaatari vluchtelingen kamp. Het is 74 kilometer naar het kamp. Als we de stad Amman uit zijn, rijden we door een zandkleurig landschap. De aarde is kaal, droog en zandkleurig. Hier en daar zijn bomen er groene polletjes, deze zien er dor en stoffig uit. Bijna alles is zandkleurig wat ik zie, in diverse tinten. De huizen zijn zandkleurig, omheiningen van het zanderige landschap zijn zandkleurig, de kudde schapen, de paar dromedarissen. De lucht is blauw en in het zandkleurige landschap rijden we over grijze wegen. De heldere kleuren van een fruit en groente stalletje vallen op.

Ik heb mijn MDM (Medicins du Monde) T-shirt aan en mijn MDM pas hangt om mijn nek. Een toegangsbewijs tot het kamp, een kopie van mijn paspoort en een ‘mission order’ van MDM zitten in mijn tas.

Na ruim een uur naderen we het kamp. In de verte zie ik een redelijk gestructureerde plaats met witte gebouwtjes en tenten. Drie jaar geleden was hier niets, behalve woestijn. Nu is er een groot vluchtelingen kamp.
Het is druk bij de ingang van het kamp, en er staat zelfs een stoplicht om het verkeer te regelen. Er lopen allerlei mensen, mannen die met elkaar praten, jongeren die in een kruiwagen hangen, gesluierde vrouwen. Het lijkt hier drukker dan in de stad Amman, waarschijnlijk omdat de mensen dichter op elkaar wonen.

Bij de ingang staat een militair voertuig, een pantserwagen met een aantal militairen.
We gaan een hek door, waar alle auto’s en mensen gecontroleerd worden die er in gaan. Even later gaan we een tweede hek door, waar we nogmaals gecontroleerd worden.
We gaan naar het basiskamp, waar we een derde hek door gaan. Hier staan witte barakken, keurig opgesteld in rijen. Ik weet eigenlijk niet wat het juiste woord is voor deze gebouwen; barakken, bouwketen, containers? In het Engels hebben we het over caravans, maar dat roept een ander beeld bij mij op en ik zie geen ramen in de gebouwen, alleen deuren. Ik hou het voorlopig op barakken. Op iedere barak staat een logo van de organisatie die er gevestigd is. Op de barak waar ik moet zijn is in het rood MOH geschilderd (Ministry of Health). Ik heb hier een vergadering, met vertegenwoordigers van MOH en allerlei organisaties, die gezondheidszorg bieden in het kamp, internationale en lokale organisaties. De UNHCR (United Nations High Commisionar for Refugees), SC (Save the children) Saudi Clinic, Moroccan military field hospital, JHAS (Jordan Health Aid Society). UNFPA (united Nations Population Fund), IMC (International Medical Corps) en nog veel meer. Ik herken de mensen aan hun kleding, want iedereen draagt kleding met het logo van de organisatie waar ze voor werken.
Gezamenlijk worden hier de knelpunten besproken, en afspraken gemaakt. Het doel is alles goed te coördineren, alle zorg te bieden voor moeder en kind, ouderen, mensen met een chronische ziekte, gehandicapten, geestelijke gezondheidszorg en overlap en hiaten in de zorg te voorkomen.

Na de vergadering en wat informeel gebabbel, staat de auto met chauffeur voor me klaar en gaan we naar één van de klinieken van MDM.
We rijden door een drukke straat, de grootste winkelstraat van het Zaatari vluchtelingen kamp. Er heerst hier één en al bedrijvigheid. Overal zijn winkeltjes in de witte barrakken. De supermarkt, de kapper, de winkel met mobiele telefoontjes, de groenteboer, winkels met nieuwe en tweedehands kleding, en zelfs een winkel met trouwjurken, die verhuurd worden. Het is de “Champs Élysées” van het kamp. Het kamp is tijdelijk totdat de mensen weer terug kunnen naar hun vaderland, maar na bijna 3 jaar schijnt het inmiddels de 4e grote stad van Jordanië te zijn, wat betreft het aantal inwoners. Aan de “Champs Élysées” bevindt zich één van de klinieken, in tijdelijke witte barakken, van “Medicins du Monde”.

Het is indrukwekkend dit vluchtelingen kamp. Zoveel mensen in tijdelijke tenten en barakken, dicht op elkaar in deze omheinde stad in de woestijn. Het leven in deze tijdelijke stad lijkt als het leven in iedere grote stad. Mensen doen boodschappen, kinderen gaan naar school en spelen op straat, mensen trouwen, of worden ziek. Soms wordt er gefeest en soms zijn er demonstraties of onrusten.  Iedere vrouw, iedere man, ieder kind, ieder gezin in deze stad heeft zijn eigen verhaal, zoals in elke stad. Het gemeenschappelijke element in hun verhaal is dat zij zijn gevlucht voor de oorlog in Syrië.

Om een indruk te krijgen van het kamp heb ik hieronder twee linken geplaatst van filmpjes op de BBC.

http://www.bbc.com/news/world-middle-east-23631415

http://www.bbc.com/news/world-middle-east-26574408



zaterdag 4 oktober 2014

Kennismaking met Jordanië

Ik ben nog nooit eerder in het Midden-Oosten geweest. Ik kom nu in een nieuwe wereld terecht, waarin ik op allerlei gebieden mijn weg moet gaan vinden.

Vrijdag 3 oktober vlieg ik vanuit Parijs naar Jordanië. Ik reis samen met iemand, die al voor Medicins du Monde (MDM) werkt in Jordanië. We vliegen voornamelijk over het water, de Middellandse zee ga ik vanuit. Als ik ver onder me weer vaste land zie, ontwaar ik kale rotsige bergen, die in het water lijken te drijven. Ik probeer uit te vogelen wat ik nu eigenlijk zie. Het water blijkt even later een “Fata Morgana”. Het is zand wat ik zie, het is één en al woestijn. Hier en daar zie ik een lange, dunne, rechte, zwarte streep door het zanderige kale landschap. Een geasfalteerde weg. Als we nog lager vliegen, zie ik groepjes witte en zandkleurige huizen.
Even later landen we op de luchthaven van Jordanië. Het is een ruim en rustig vliegveld. Voor de paspoortcontrole wissel ik geld, ik koop een Jordaans Visum en ga door de paspoortcontrole. Het verloopt allemaal vlot, heel anders als in Afrika.

Als we door de douane lopen staat een chauffeur ons op te wachten. Mijn reisgenoot, een man, schudt hem een hand. Ook ik steek mijn hand uit, maar deze blijft ergens in de lucht zweven om vervolgens weer naar beneden te zakken. De chauffeur, legt zijn hand tegen zijn borst en zegt iets.

Ik word in mijn nieuwe huis afgezet. Een groot huis, 3 slaapkamers, 2 grote woonkamers, een eetkamer, grote keuken. Iemand vertelde mij dat Jordaanse families meestal 2 woonkamers hebben, één voor de mannen en één voor de vrouwen.
Voorlopig woon ik er alleen, totdat de volgende nieuwe medewerker van MDM komt. Ik heb het dus voor het kiezen en kies de slaapkamer met de eigen badkamer, waar ik de volgende dag mijn persoonlijke spulletjes uitstal. Ik voel me een beetje hebberig, maar ik hou erg van een eigen stekkie en privacy.
Op het balkon heb ik uitzicht op de stad Amman.





’s Avonds zit ik ergens Pizza te eten met een andere manlijke MDM medewerker. Als er even later een lokale man bij komt zitten, schudt hij mijn tafelgenoot de hand. Ik steek m’n hand dit keer niet uit, voel me enigszins bot, maar het lijkt okay.

Het is momenteel offerfeest, dat betekent dat mijn voorbereidingstijd nog een paar dagen wordt verlengd. Het weekend is normaal op vrijdag en zaterdag. Zondag is de eerste werkdag van de week. Nu is mijn eerste werkdag woensdag. Ik heb tijd om me te settelen in mijn nieuwe domein, mijn was te doen, en uit te zoeken hoe alle apparatuur werkt. Ergens moet een knop voor warm water zijn, maar die heb ik nog niet gevonden. Ik ga de buurt verkennen en op zoek naar brood, kaas, koffie en andere etenswaren.
Er is afgesproken dat ik de eerste werkdag opgehaald word, omdat ik het kantoor van MDM mogelijk niet kan vinden in de wirwar van straatjes. Tijdens mijn ontdekkingstocht door de buurt, kwam ik echter ook het kantoor tegen.

Ik gebruik deze vrije dagen ook om het nieuws op mijn laptop te lezen, en ik lees:
Islamitische Staat (IS) heeft vrijdagavond een video getoond waarop de onthoofding van de Britse hulpverlener Alan Henning”. (ANP)

Mogelijk dit weekend al komen Nederlandse F-16’s in actie in het kader van de strijd tegen de Islamitische Staat (IS).” (nrc.nl)

Deze F-16’s zijn geplaats in Jordanië, het land waar ik net ben aangekomen. Een tot nu toe veilig land, misschien wel het meest stabiele land in het Midden-Oosten, maar je moet er niet teveel bij nadenken. Je vraagt je af waarom al die ellende, waarom al die strijd, waarom moeten zoveel mensen sneuvelen en vluchten?

Vooraf heb ik me vooral verdiept in de organisatie en het werk in Jordanië. Nu verdiep ik me ook in Jordanië zelf en de gewoontes. Ik laat mijn gedachten gaan over de vraag hoe de man-vrouw verhouding is in Jordanië en hoe dit mogelijk mijn werk kan beïnvloeden. Er is nog veel te ontdekken.

Terwijl ik dit allemaal schrijf voor de weblog, met mijn eigen muziek op de achtergrond, bedenk ik me hoeveel leuke en aardige reacties ik heb gehad om mij succes en sterkte te wensen met deze nieuwe uitdaging. Dank jullie wel allemaal!!!
Ik probeer jullie op de hoogte te houden als straks ook het echte werk begint. Voor mij wordt het tijd om aan het werk te gaan.



zaterdag 27 september 2014

PARIJS

De briefing
De eerste werkweek heb ik erop zitten in Parijs, waarin ik vooral veel informatie heb geabsorbeerd. De Eifel toren en Montmartre waren niet opgenomen in het programma, maar wel de uitgebreide medische keuring, een arbeidsvoorwaarden gesprek en informatieve gesprekken met diverse mensen over de inhoud van het werk, de organisatie, veiligheid, de support en nog veel meer. ’s Avonds doe ik mijn huiswerk en lees van alles door. Het beeld wat ik krijg wordt steeds completer.
Er zijn drie gezondheidsposten en een mobiel team. In de gezondheidsposten werken onder andere lokale artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, apotheker en apothekers assistenten, administratief medewerkers, schoonmakers. Daarnaast is er een groep Community Health Workers. Ik probeer op een rijtje te zetten wat ik in Jordanië ga doen, waar ik mee aan de slag moet en hoe ik me daar in de eerste week ga oriënteren. In mijn hoofd heb ik al een inwerkprogramma voor mezelf, maar waarschijnlijk wacht me in Jordanië ook een inwerkprogramma, met een beetje geluk sluiten deze prima op elkaar aan.
Ik sta inmiddels te popelen om te beginnen, maar volgende week heb ik eerst nog een introductiecursus. Ik ga straks in ieder geval goed voorbereid naar Jordanië.
  

De Metro
Zowel binnen mijn voorbereidingsprogramma, als voor mijn eigen vrije tijdsvermaak, maak ik regelmatig gebruik van de metro in Parijs. Met ongeveer 5 minuten ben ik bij het dichtstbijzijnde metrostation. Kijken hoe laat de metro gaat doe ik niet, ik hoef nooit lang te wachten, binnen enkele minuten is hij er. Geweldig hoeveel mensen hier dagelijks onder de grond super snel door Parijs vervoerd worden, met de auto is daar geen beginnen aan.
Er valt ook heel wat te kijken in de ondergrondse van Parijs. Er zijn moeders met kinderen, schooljeugd die vrolijk babbelen, werkende mensen die zich haasten, ouderen die voorzichtig de metro instappen, toeristen met hun zoekende blikken en een kaart van Parijs (zoals ik). Van de week zaten er 3 jonge mannen in zwarte pakken, met glimmende zwarte schoenen en streepjes overhemd, met elkaar te babbelen. Het leek heel wat die zwarte pakken, maar ze hadden qua leeftijd m’n zoons kunnen zijn. Ik zat aan het gangpad, met naast mij een jonge man en tegenover mij een lezende mevrouw. Aan de andere kant van het gangpad zat een meneer alleen, die alle 4 de stoelen voor zichzelf had in deze drukke metro. De man zijn zwartgrijze haar en baard leek al even niet gewassen en zijn kleding was enigszins smoezelig. Naast hem op de stoel een soort boodschappentas en tegenover hem op de stoel nog een kleinere tas. Ik denk dat dit al zijn eigendommen waren in minder dan 10 kg. Hij was bezig met een aansteker, iets wits op een papiertje en een heel klein mesje. Niemand zei er wat van, en niemand ging naast hem zitten. Ik werd erdoor geraakt, en dacht eigenlijk: “Jeetje, hoe komt iemand toch zover en wat is zijn verhaal?”. Hij bleef nog lang in mijn gedachten hangen.


Sacre Coeur
Als ik de straat uit loop, ruim 10 minuten van mijn hotel, ben ik bij de Sacre Coeur. Het is even klimmen, want de Sacre Coeur ligt op een heuvel. Op het einde van een dag informatie absorberen, zat ik in deze mooie, witte basiliek naar de mis te luisteren. Het is een mooie plek om stil te zitten, te kijken en te luisteren. Tijdens de mis ging één van de nonnen in een wit gewaad en een zwarte lange kap zingen. Ik weet niet wat ze zong, het was denk ik iets gregoriaans. De akoestiek in de kerk was mooi, ze had een prachtige stem en het was bijzonder rustgevend. Ik vond het jammer dat ze zo kort zong.
Tijdens de mis bleven toeristen de basiliek in en uit lopen. Bij de ingang staat een bord “verboden te fotograferen”, maar iedereen fotografeert erop los met mobiel en fototoestel, met en zonder flits.
Halverwege de mis liep ik weer naar buiten waar een heel andere sfeer heerste.
Op de trappen voor de Sacre Coeur was het druk met mensen in alle soorten, maten en kleuren. Er waren fotograferende toeristen, Afrikaanse verkopers die mini Eifel torens en andere souvenirs verkopen, jonge mensen die op de gitaar spelen en zingen, publiek die luistert en applaudisseert, stelletjes die samen wijn drinken in het gras. Bijna iedereen maakte selfies op de trappen of in het gras met als achtergrond de Sacre Coeur of een uitzicht op Parijs. De sfeer is relaxed, het zonnetje schijnt, ik slenter rond, en ga ergens zitten en bekijk het gebeuren.






Begraafplaatsen
In de drukke stad Parijs zijn ook rustige plekken te vinden. Eén van deze plekken is de begraafplaats Montmartre. Ik was ook hier weer op het einde van de dag, het zonnetje stond laag, er heerste een rust, en overal liepen katten op de begraafplaats. Het is een bijzonder sfeertje zo’n begraafplaats en ook hier lopen mensen rond die mij opvallen. Even voor zessen wordt de klok geluid, een teken om de begraafplaats te verlaten, want de hekken sluiten om zes uur. De vele katten blijven achter en ik vraag me af of er ook niet hier en daar een zwerver de nacht hier zal doorbrengen. De begraafplaats lijkt mij te groot om te controleren of iedereen weg is.





Toerist in het weekend
Een weekend in Parijs en geen verplichtingen, dat betekent er op uit met mijn fototoestel en heel wat af lopen in Parijs.