Ik zit ’s ochtend om 9.00 in de auto en ben op weg naar het
Zaatari vluchtelingen kamp. Het is 74 kilometer naar het kamp. Als we de stad
Amman uit zijn, rijden we door een zandkleurig landschap. De aarde is kaal, droog
en zandkleurig. Hier en daar zijn bomen er groene polletjes, deze zien er dor
en stoffig uit. Bijna alles is zandkleurig wat ik zie, in diverse tinten. De
huizen zijn zandkleurig, omheiningen van het zanderige landschap zijn
zandkleurig, de kudde schapen, de paar dromedarissen. De lucht is blauw en in
het zandkleurige landschap rijden we over grijze wegen. De heldere kleuren van een
fruit en groente stalletje vallen op.
Ik heb mijn MDM (Medicins du Monde) T-shirt aan en mijn MDM
pas hangt om mijn nek. Een toegangsbewijs tot het kamp, een kopie van mijn
paspoort en een ‘mission order’ van MDM zitten in mijn tas.
Na ruim een uur naderen we het kamp. In de verte zie ik een
redelijk gestructureerde plaats met witte gebouwtjes en tenten. Drie jaar
geleden was hier niets, behalve woestijn. Nu is er een groot vluchtelingen kamp.
Het is druk bij de ingang van het kamp, en er staat zelfs
een stoplicht om het verkeer te regelen. Er lopen allerlei mensen, mannen die
met elkaar praten, jongeren die in een kruiwagen hangen, gesluierde vrouwen. Het
lijkt hier drukker dan in de stad Amman, waarschijnlijk omdat de mensen dichter
op elkaar wonen.
Bij de ingang staat een militair voertuig, een pantserwagen
met een aantal militairen.
We gaan een hek door, waar alle auto’s en mensen
gecontroleerd worden die er in gaan. Even later gaan we een tweede hek door, waar
we nogmaals gecontroleerd worden.
We gaan naar het basiskamp, waar we een derde hek door gaan.
Hier staan witte barakken, keurig opgesteld in rijen. Ik weet eigenlijk niet
wat het juiste woord is voor deze gebouwen; barakken, bouwketen, containers? In
het Engels hebben we het over caravans, maar dat roept een ander beeld bij mij
op en ik zie geen ramen in de gebouwen, alleen deuren. Ik hou het voorlopig op
barakken. Op iedere barak staat een logo van de organisatie die er gevestigd
is. Op de barak waar ik moet zijn is in het rood MOH geschilderd (Ministry of
Health). Ik heb hier een vergadering, met vertegenwoordigers van MOH en
allerlei organisaties, die gezondheidszorg bieden in het kamp, internationale
en lokale organisaties. De
UNHCR (United Nations High Commisionar for Refugees), SC (Save the children)
Saudi Clinic, Moroccan
military field hospital,
JHAS (Jordan Health Aid Society). UNFPA (united Nations Population Fund), IMC (International
Medical Corps) en nog veel meer. Ik herken de mensen aan hun kleding, want
iedereen draagt kleding met het logo van de organisatie waar ze voor werken.
Gezamenlijk worden hier de knelpunten besproken, en
afspraken gemaakt. Het doel is alles goed te coördineren, alle zorg te bieden
voor moeder en kind, ouderen, mensen met een chronische ziekte, gehandicapten,
geestelijke gezondheidszorg en overlap en hiaten in de zorg te voorkomen.
Na de vergadering en wat informeel gebabbel, staat de auto
met chauffeur voor me klaar en gaan we naar één van de klinieken van MDM.
We rijden door een drukke straat, de grootste winkelstraat
van het Zaatari vluchtelingen kamp. Er heerst hier één en al bedrijvigheid. Overal
zijn winkeltjes in de witte barrakken. De supermarkt, de kapper, de winkel met
mobiele telefoontjes, de groenteboer, winkels met nieuwe en tweedehands kleding,
en zelfs een winkel met trouwjurken, die verhuurd worden. Het is de “Champs Élysées”
van het kamp. Het kamp is tijdelijk totdat de mensen weer terug kunnen naar hun
vaderland, maar na bijna 3 jaar schijnt het inmiddels de 4e grote
stad van Jordanië te zijn, wat betreft het aantal inwoners. Aan de “Champs Élysées”
bevindt zich één van de klinieken, in tijdelijke witte barakken, van “Medicins
du Monde”.
Het is indrukwekkend dit vluchtelingen kamp. Zoveel mensen
in tijdelijke tenten en barakken, dicht op elkaar in deze omheinde stad in de
woestijn. Het leven in deze tijdelijke stad lijkt als het leven in iedere grote
stad. Mensen doen boodschappen, kinderen gaan naar school en spelen op straat, mensen
trouwen, of worden ziek. Soms wordt er gefeest en soms zijn er demonstraties of
onrusten. Iedere vrouw, iedere man,
ieder kind, ieder gezin in deze stad heeft zijn eigen verhaal, zoals in elke stad.
Het gemeenschappelijke element in hun verhaal is dat zij zijn gevlucht voor de
oorlog in Syrië.
Om een indruk te krijgen van het kamp heb ik hieronder twee
linken geplaatst van filmpjes op de BBC.
http://www.bbc.com/news/world-middle-east-23631415
http://www.bbc.com/news/world-middle-east-26574408
http://www.bbc.com/news/world-middle-east-23631415
http://www.bbc.com/news/world-middle-east-26574408