zondag 24 juli 2016

TERUG NAAR AFRIKA

Terwijl ik dit schrijf, zit ik nog veilig in Nederland in mijn kleine, knusse, houten hutje op de Veluwe. Mijn bagage is grotendeels ingepakt en mijn hutje mag ik nu gaan schoonmaken. Vanwege de veiligheidssituatie ben ik na mijn vakantie in Nederland nog een poosje hier gebleven. Vanaf hier heb ik gewerkt de afgelopen anderhalve week. Zolang er internet is kan er gewerkt worden.

Het is een groot contrast. Aan de ene kant de rust en stilte in mijn hutje op de Veluwe. Onder het genot van een kopje koffie geniet ik s'ochtends van de bloemetjes, de bijtjes en de vogeltjes in mijn tuin. Aan de andere kant Zuid Soedan, waar een gespannen sfeer heerst, waar het twee weken terug escaleerde en waar bijna 300 doden vielen. Het zijn twee totaal verschillende werelden. In Nederland zocht ik dagelijks het web af naar nieuws over Zuid Soedan. Het Nederlandse nieuws is summier, ik keek vooral op Al Jazeera en Sudan tribune.  Mijn collega's in Juba hebben angstige tijden doorgemaakt. Ze zaten binnen opgesloten, 4 dagen lang. Buiten de muren hoorden ze schoten en explosies, niet wetende wat er aan de hand was. Ook de evacuatie naar het vliegveld waren een angstige momenten. Ik stel me voor wat een spanning ineens van je afvalt, als je in het vliegtuig zit, en het opstijgt opweg naar een veilige bestemming. Al mijn collega's zijn thuis aangekomen in eigen land.
Er was een periode van rust en bijkomen. Ik had heel veel geluk, dat ik toevallig in Nederland was met vakantie.

Het werk ging ondertussen door. Onze lokale medewerkers draaien de kliniek en de voedingsprogramma's en we managen op afstand. De bevoorrading, is een uitdaging. Er zouden medicijnen komen uit Europa, de vraag is hoe we dit ter plekke krijgen. Maar ook bevoorrading van zaken als benzine, voedsel is de vraag hoe dit gaat.
Ik werk nu anderhalve week vanuit Nederland, maar het is lastig te concentreren. Echt productief ben ik niet, althans niet zoals ik gewend ben van mijzelf.

Het is nu twee weken na het uitbreken van het geweld. Het is rustig sinds Maandagavond 11 juli, maar de sfeer is gespannen. Een collega die bij een andere organisatie werkt, is inmiddels terug in Juba. De sfeer schijnt gespannen te zijn, en er is bijna niemand op straat te bekennen.

Ik stap vanavond op het vliegtuig, en vlieg terug naar Afrika. Ik ga werken vanuit Nairobi in Kenia, het buurland. Hier hebben we een tijdelijk kantoor, waar we als coördinatoren weer aan de slag gaan. Meerdere organisaties zijn uitgeweken naar Nairobi, dus er zijn ook mogelijkheden voor overleg.
Zodra we het veilig achten, gaan we terug naar Juba en bereiden we de terugkeer naar het veld voor.

Hoelang ik in Nairobi blijf is niet te voorspellen, maar ik hoop dat we snel weer terug kunnen naar Zuid Soedan. Het is spannend om terug te gaan en het is afwachten wat er komen gaat.



woensdag 20 juli 2016

DE DORPEN IN

 


Momenteel ben ik nog in Nederland vanwege de veiligheidssituatie in Zuid Soedan. Ook al zijn we geëvacueerd, de programma's gaan door met ons lokale personeel, zolang er voorraden zijn. Via mail en skype houden we contact. 
Wekelijks gaan we de dorpen in, met een verpleegkundige, die de ondervoede kinderen en ondervoede zwangeren behandelt. Een paar weken geleden ging ik een dag mee voor supervisie.
’s Ochtends wordt eerst de auto ingeladen, een plastic tafel, plastic stoelen, een meetbord, een weegschaal, medicijnen, de therapeutische voeding, de map met patiënten kaarten. Dan gaan we op weg. De auto is redelijk wit en schoon als we vertrekken. De regen tijd is gestart en de weg naar het dorp toe is een uitdaging. We hobbelen met de jeep, over glibberige modderpaden. We draaien de raampjes dicht want het regent modder om ons heen, terwijl de chauffeur de jeep door de modder manoeuvreert. We zien een vrachtwagen onderweg, die vast zit in de modder, en waar mensen bezig zijn met het uitgraven van de wielen.

In het dorp komen we bij een modder hut zonder deur en een rieten dak, daar houden we onze wekelijkse programma. Er is nog niemand te bekennen. Wij zijn echter al snel gespot, want terwijl de spullen worden uitgeladen, komen de moeders met hun kinderen. We maken onderscheid tussen ernstige ondervoeding en matige ondervoeding. Kinderen die ernstig ondervoed zijn komen eenmaal per week. Kinderen die matig ondervoed zijn, komen eenmaal per twee weken. De verpleegkundige wordt ondersteund door vrijwilligers van de lokale gemeenschap.

In ieder dorp hebben we 4 vrijwilligers uit de lokale gemeenschap. De vrijwilligers hebben we getraind om te screenen op ondervoeding en algemene gezondheidsvoorlichting te geven. De vrijwilligers bezoeken de gezinnen huis aan huis in hun eigen gemeenschap. Daar screenen ze alle kinderen tot 5 jaar en alle zwangere vrouwen, of vrouwen die borstvoeding geven op ondervoeding. Als ze ondervoed zijn worden ze door verwezen naar het programma voor ondervoeding in het dorp. Het doel is bijtijds te behandelen voor ondervoeding voordat een kind ernstig ondervoed raakt en ernstig ziek wordt.

Op de dag dat we in het dorp komen, ondersteunen de vrijwilligers de verpleegkundige in zijn werkzaamheden, met wegen, meten en het uittellen van de zakjes therapeutische voeding.

Terwijl de moeders met hun kinderen op hun beurt wachten krijgen zij ook voorlichting van de vrijwilligers onder andere over gezonde voeding, schoon drinkwater, hygiëne tijdens het bereiden van eten, bescherming tegen malaria.

Ik gebruik de dag om zowel vrijwilligers als de verpleegkundige on the job te coachen. Met de vrijwilligers bespreek ik hoe voorlichting te geven, hoe de aandacht van het publiek te trekken en de interactie te bevorderen. Met de verpleegkundige bespreek ik ter plekke patiënten. Eén van de kinderen is ernstig ziek, heeft verhoging en komt niet aan in gewicht. We besluiten dit kind eind van de dag mee terug te nemen naar de kliniek waar het kind wordt opgenomen.

We hebben nu op drie locaties het programma lopen, één in onze kliniek en 2 in een dorp. In het ene dorp, maken we gebruik van de hut, in het andere dorp doen we het programma onder een boom.

 





dinsdag 12 juli 2016

VEILIG IN NEDERLAND

Ik heb vakantie in Nederland, vandaag zou ik terug vliegen naar Zuid Soedan, om morgen weer met het werk te beginnen. Maar ik blijf voorlopig in Nederland. Tot hoe lang weet ik niet.
Donderdag 7 juli was het eerste incident en vielen 5 doden. Daarna is er tot maandag gevochten en zijn er bijna 300 doden gevallen. Het is er niet veilig, de luchthaven is dicht. Er wordt over evacueren gesproken, maar mensen kunnen er niet weg. En eerlijk gezegd ben ik blij dat ik toevallig vakantie in Nederland had.

Dagelijks krijg ik een e-mail van de Nederlandse Ambassade in Juba, over de stand van zaken. De Nederlandse ambassade roept Nederlanders in Zuid-Sudan op om het land te verlaten. Ze krijgen het advies ''bij de eerstvolgende veilige gelegenheid'' te vertrekken en tot die tijd binnen te blijven.
Maar het vliegveld is gesloten dus de mensen zitten vast, en blijven binnen.

Mijn collega’s in Juba zijn verhuisd naar een veiligere plek, bij een andere organisatie. Het lijkt me beangstigend voor ze, om binnen te zitten, niet naar buiten te kunnen, en buiten geweerschoten en explosies te horen.
Wat er gaat gebeuren, dat weten we niet. De mogelijkheid tot evacueren wordt overwogen, maar zolang het vliegveld dicht is, kan niemand weg.
Ik hou nauwlettend het nieuws in de gaten. Er wordt gevreesd dat het land terug glijdt in een burger oorlog. Het zou vreselijk zijn. Er is al zoveel ellende in Zuid Soedan. Er is honger, mensen hebben er helemaal niets, en eigenlijk ook niets te verliezen. Opnieuw een burgeroorlog geeft alleen nog meer ellende.
Gisteren was er op het nieuws dat de president en de vicepresident een staakt het vuren hebben aangekondigd, en zij roepen hun manschappen, legers of commando’s, om te stoppen met vechten. Volgens AlJazeera, was het stil zodra het staakt het vuren werd afkondigt, behalve voor een paar vreugde schoten.


Het is nu afwachten hoe het verder gaat. Ik hoop dat de rust terug keert. De gewone man in Zuid Soedan verlangt alleen maar naar vrede, en wil zijn land helpen opbouwen. 

zaterdag 9 juli 2016

5 JAAR ONAFHANKELIJKHEID, MAAR GEEN FEEST

Vandaag bestaat Zuid Soedan 5 jaar, maar er is geen feestje. Feestelijkheden waren niet gepland, want er is geen geld voor feest. In plaats daarvan is het erg onrustig en zijn er schietpartijen. Iedereen word aangeraden binnen te blijven. Er is nog geen reden tot evacuatie, maar men moet hier wel rekening mee houden.
Ik ben in Nederland op vakantie, en zou volgende week terug vliegen, maar mogelijk moet ik mijn vlucht uitstellen.

Op 9 juli 2011 ontstond Zuid Soedan, een nieuw land, met nieuwe hoop en verwachtingen voor de toekomst. Een arm en kwetsbaar land wat startte met het land op te bouwen.
In juli 2013 zette de president de vicepresident af. In december 2013 ontstonden er gewapende conflicten tussen regeringsleger en rebellen leger van de afgezette vicepresident. Er werd gevochten, er vielen doden, er werden wreedheden gepleegd, mensen sloegen op de vlucht.
Op 26 augustus 2015 werd een vredes akkoord ondertekend tussen de president en zijn rivaal, de rebellenleider en afgezette vicepresident.
Ondanks het vredesakkoord werd her en der gevochten.
De afgezette vicepresident zou terug komen naar Juba, maar liet nog lang op zich wachten. In april 2016 is het zover, hij is weer in Juba en de rebellenleider is weer vicepresident.

Het land staat inmiddels aan een economische afgrond, geld is helemaal niets waard. Er is droogte, er is geen geld, er is geen eten, er is honger. Een derde van de bevolking lijdt onder de voedsel tekorten, en in het land dreigt hongersnood.
Het grootste deel van de bevolking wil alleen maar vrede en eten.
Op 7 juli 2016, twee dagen voor de onafhankelijkheid, zijn er incidenten in Juba. Het overheidsleger en de oppositie leger komen elkaar tegen en het loopt uit de hand, 5 doden en een paar gewonden. Een auto van de VN is beschoten. Op 8 juli zijn opnieuw vuur gevechten, terwijl de president en vicepresident volgens de media net de situatie van de dag ervoor aan het bespreken zijn. Vandaag krijg ik weer een bericht dat het onrustig en onveilig is en er nog (vuur) gevechten zijn.
Op het Nederlandse nieuws wordt Zuid Soedan niet genoemd.  

donderdag 7 juli 2016

VLUCHTEN VOOR DE HONGER


Als je het woord vluchten hoort, denk je aan oorlog, geweld en angst. Maar mensen vluchten ook voor de honger. Helaas is er nog steeds honger in de wereld, en mensen vluchten voor de honger op zoek naar eten.

In de staat Northern Bahr el Gazal is het relatief rustig, daar wordt weinig gevochten, maar mensen hebben honger, er is geen eten. De afgelopen twee jaar is er weinig regen gevallen, met als resultaat weinig landbouw. De Zuid Soedanese pond is met meer als 80% gedevalueerd en eten kopen is onbetaalbaar. Mensen hebben geen geld en het geld wat ze hebben is niets waard. Er komt steeds minder voedsel vanuit de buurlanden, want ook dat kost geld. Het eten op de markt is schaars en onbetaalbaar.

Tussen de 25 en 30 % van de kinderen is acuut ondervoed. Stel je voor dat is 3 van de 10 kinderen. Deze kinderen zijn vatbaar, worden ziek, raken nog ernstiger ondervoed en het risico op overlijden is groot.
Gevolg is dat mensen vluchten voor de honger. De mensen verlaten hun rieten hutjes, verkopen hun schamele bezittingen om naar het Noorden te kunnen reizen. Ze hopen in Soedan eten te vinden. Veel mensen zijn gestrand in de zogenaamde “14 mile area” bij de rivier Kiir (op de kaart Bahr el Arab). Er wonen daar ongeveer 19,000 mensen. De “14 mile area” is een 23 kilometer brede zone niemandsland tussen Zuid Soedan en Soedan. Het is een gebied tussen de officiële grens op de landkaart en de Rivier Kiir. Het is een gebied waar men over discussieert, is het van Soedan, of Zuid Soedan. In het verleden werd er gevochten, maar momenteel lijkt het er rustig, ondanks dat er heel veel militairen in het gebied zitten.

De “14 mile area” is 65 km van onze kliniek vandaan. In de "14 mile area" is geen voedsel, geen winkeltje, geen gezondheidszorg, geen school. UN organisaties komen er niet, omdat de “14 mile zone” niet veilig is. Er is alleen een rivier, waar minder vis in zit dan men hoopte.



Een partner organisatie doet nu noodhulp in de “14 Mile area” en behandelt ondervoede kinderen en ondervoede zwangeren. Ons doel is dit van hen over te nemen.

Het is nodig dat ondervoede kinderen behandeld worden, maar eigenlijk vind ik het in triest dat we ieder jaar weer ondervoede kinderen moeten behandelen. Honger moet worden voorkomen. We leven in een wereld van overvloed, waar nog steeds mensen honger lijden. 

zondag 3 juli 2016

1500 SOLLICITATIES

Een humanitaire hulp organisatie in een land is ook werkgever en draagt bij aan de lokale economie in het groot of in het klein.
Bij de start van een nieuw project start ik met een presentatie over wie wij zijn als organisatie en hoe het sollicitatie proces gepland en georganiseerd is.
Tijdens de presentatie hangt mijn collega de vacatures op bij ons kantoor. Niet op het internet, niet in de krant, gewoon op een plank spijkeren, voor ons kantoor, een hut met rieten dak. Na de bijeenkomst is het spitsuur bij het kantoortje, iedereen wil de vacatures zien. Men belt broers, zussen, familie en anderen, we hebben geen internet nodig. 3 keer per week houden we een inloop spreekuur, voor alle vragen.
De vragen zijn divers.

“Welk nummer moet ik op de brief zetten?” Antwoord; “Kijk, het nummer staat hier bij de vacature”

“Mag ik voor 2 posities solliciteren?” “Ja, dat mag, maar graag 2 brieven in 1 envelop.”

Wat is het verschil tussen een sollicitatiebrief en een CV.” En ik leg uit

“Mijn baan staat er niet bij.” ‘’Wat is dan nu je huidige baan?” “Ik ben 'watchman” “ Jawel, je baan staat er wel bij, kijk deze baan, de baan van 'gaurd' “

“Kan ik voor de baan van verpleegkundige solliciteren?” “Ben je verpleegkundige? ”  “uhh………..”  Wat doe je nu?”  “Ik ben Community Health worker”. “Heb je een certificaat als verpleegkundige?” “Nee.” “Dan kan je niet solliciteren als verpleegkundige.” “Maar mijn baan, als community health worker staat er niet bij.” “Maar je kunt wel solliciteren als verpleeg assistent.” Ik neem de criteria voor verpleegassistent met hem door, en leg uit waar hij naar moet kijken in de advertentie.

Met veel geduld en plezier beantwoord ik alle vragen, leg uit wat ze in de brief moeten schrijven, welk nummer ze moeten noemen.

Op 2 strategische plaatsen in het dorp hingen ook de advertenties, maar een dag later zijn ze verdwenen. We besluiten de advertenties op een grote plank te plakken, naast de ingang van de kliniek, onder het wakend oog van bewakers.

De grote bruine A4 enveloppen stromen binnen. De prijs van een grote A 4 envelop was 4 Zuid Soedanese pond. Maar de markt voor enveloppen wordt bepaald door vraag en aanbod. De vraag is groot, het aanbod beperkt, en de prijs van de A4 envelop gaat naar 10 Zuid Soedanese ponden. Ik bedenk dat als de man 300 enveloppen verkoopt verdient hij 3000 zuid Soedanese ponden. Maar na de sluitingsdatum hebben we meer dan 1500 bruine A4 enveloppen ontvangen.

Iedere brief lezen we. De lay-out van vele brieven is hetzelfde en ik vermoed dat ook iemand geld heeft verdiend aan het schrijven van brieven. Op een gegeven moment lees ik twee precies dezelfde brieven na elkaar, voor schoonmaker. Zelfde werkgevers, op precies dezelfde data, zelfde leeftijd, alleen de naam van de sollicitant is anders. Niet iedereen schrijft zijn eigen brief. Waarschijnlijk heeft iemand een standaard brief voor ze uit de computer gedraaid, en alleen de naam veranderd.
Sommige hebben 2 of 3 sollicitaties in 1 envelop. Soms heel relevant, maar soms ook totaal niet.

Halverwege de week pak ik een stapel brieven op. Er valt zand tussen uit en de termieten rennen in paniek over mijn handen. De termieten zijn aan de enveloppen en brieven begonnen en eten letterlijk het papier op. Ongelofelijk hoe snel deze beestjes het papier kunnen eten. We laten grote schoonmaak houden.


De hele week lezen we brieven. Vrijdags na de sluitingsdatum hebben we ruim 1500 bruine A4 enveloppen geopend met één of meer brieven voor 100 vacatures.

zaterdag 2 juli 2016

BERICHT NA LANGE STILTE


Het is lange tijd stil geweest. Mensen om mij heen stuurden een mailtje met de vraag of het wel goed ging, want er kwamen geen berichten meer op de weblog.
Ja, hoor het gaat goed met me, ik leef nog en ben in goede gezondheid.
Momenteel heb ik vakantie, tijd om even stil te staan en afstand te nemen. Ook tijd om weer wat op de weblog te schrijven, maar nu denk ik: “Wat ga ik schrijven?”
Ik ben zo ontzettend druk geweest, ik heb zoveel mee gemaakt, en toch weet ik niet waar ik beginnen zal.
Het mooie van schrijven is, dat je stil staat bij alles wat je meemaakt, het tot je door laat dringen, en bewust bent van al de bijzondere dingen die je meemaakt.
Maar helaas, de afgelopen drie maanden zijn voorbij gevlogen. Ik heb van s’ochtends vroeg tot s’avonds laat gewerkt, van maandag tot zondag.
Nu heb ik vakantie, tijd om stil te staan bij alles wat ik heb meegemaakt en een moment van rust. Er is al een week vakantie voorbij en ik ben nog steeds niet aan de weblog toegekomen. Het is alsof ik een veelheid aan informatie in mijn hoofd heb, die ik zelf nog niet verwerkt en geordend heb. Dus waar begin ik?
Alle onderwerpen vliegen door mijn hoofd. De kliniek in Gogrial; de 1500 sollicitaties; hongersnood; mensen die vluchten voor de honger; ernstig zieke kindertjes; mijn leven in Juba, met de nodige vrijheidsbeperkingen; mijn leven in het veld, waar mijn passie ligt; de trainingen die ik gegeven heb, aan  teamleiders, verpleegkundigen, vrijwilligers in de dorpen; de Zuid Soedanese pond die niets waard is; de rebellen leider, die nu terug in Juba is en vicepresident is; de overvolle lucht haven in Juba, waar ik fijn gedrukt wordt tussen alle duwende mensen; het regen seizoen wat nu start en de voorbereidingen op het malaria seizoen; een ziekte uitbraak van een mysterieuze ziekte; de hond in Pamat, die 80 kilometer heeft gelopen om zijn weg naar huis te vinden; de nieuw gestarte programma’s in afgelegen dorpen om ondervoede kinderen te behandelen; de nieuwe project voorstellen die we hebben geschreven; bijzondere bezoekjes bij de overheid; overheidspersoneel wat al maanden geen salaris krijgt; bijzondere mensen die ik ontmoet of de roofvogel die tot drie keer toe mijn ontbijt pikt.
Het is zomaar een greep uit de veelheid aan onderwerpen waar ik over kan schrijven.
Ik ga er nog eens rustig voor zitten, en ik hoop de komende tijd weer wat van mijn belevenissen te delen op de weblog.