De ene arts is een jonge man van rond de
dertig. Hij is als kind gevlucht met zijn ouders naar Oeganda. Hij heeft daar
de mogelijkheden gehad om naar school te gaan en is nu arts. Hij is jong en
ambitieus, hij is vol enthousiasme en hoopt op een betere toekomst voor Zuid
Soedan. Hij werkt voor een Humanitaire hulp organisatie en leidt mij rond in
een gezondheidszorginstelling. Hij laat zien wat er allemaal al gedaan en
bereikt is. Hij laat ook zien waar nog heel veel moet gebeuren, en wat hij met
zijn organisatie allemaal nog wil doen. Zijn enthousiasme is aanstekelijk en
hij kijkt hoopvol naar de toekomst.
De andere arts is een man van tussen de 50 en
de 60. Ook hij is lange tijd geleden gevlucht naar Oeganda. Via sponsoren heeft
hij de mogelijkheid gehad om te studeren. Hij is al weer vele jaren terug in
zijn eigen land, omdat hij graag een bijdrage wil leveren aan een betere wereld
voor zijn landgenoten. Ik zie hem op een verpleegafdeling, samen met de jonge
arts die mij rond leidt.
Hij vraagt mij: "Wat doen jullie europeanen hier? Kijk eens waar
ik werk, kijk hier eens om je heen". Met zijn arm maakt hij een weids gebaar naar de afdeling, waar
moeders met kindertjes in metalen bedden liggen, waar de muren grijs en
smoezelig zijn in plaats van wit, waar in het plafond een gat zit, waar
kindertjes huilen, en waar minimale middelen en personeel aanwezig is. Hij
vervolgt zijn preek tegen mij: "Jullie steken een hele hoop geld in ons land, en moet je zien wat er
van terecht komt. Wij willen jullie geld niet, we willen het zelf doen, maar
ons land kan dat niet. Dat geld wat jullie geven aan ons land verdwijnt in hele
diepe zakken, en komt niet hier terecht? Kijk eens in wat voor situatie ik hier
werk."
Als ik
de afdeling verlaat schudden we elkaar stevig de hand. Ik heb niets te zeggen,
maar ik denk dat ik hem heel goed begrijp.
De jonge arts
verontschuldigt zich voor de preek van zijn oudere collega en zegt : "Hij is oud en
gefrustreerd". Ik zeg: ‘Nee, hij is teleurgesteld’.
Beide mannen willen hetzelfde, beide mannen willen en betere toekomst voor hun land. De jonge arts vol enthousiasme en hoop. De oudere arts is waarschijnlijk ooit begonnen vol enthousiasme en hoop, maar nu gedesillusioneerd. Maar hij gaat er nog steeds voor.
Beide mannen willen hetzelfde, beide mannen willen en betere toekomst voor hun land. De jonge arts vol enthousiasme en hoop. De oudere arts is waarschijnlijk ooit begonnen vol enthousiasme en hoop, maar nu gedesillusioneerd. Maar hij gaat er nog steeds voor.
Het enthousiasme en de
hoop van de jonge man is aanstekelijk en vind ik mooi om te zien. Dit zijn de
mensen die dit land nodig heeft. De desillusie van zijn oudere collega begrijp
ik maar al te goed.