De
hoofdstad van Zuid, Soedan, Juba zit vol militairen. Er zijn altijd militairen,
maar nu zijn het er meer. In het vredesakkoord, welke in Augustus 2015 onder
druk van de internationale gemeenschap is getekend, is afgesproken dat het
regeringsleger, en het leger van de oppositie samen voor de veiligheid gaan
zorgen. Kortom de vijanden gaan samenwerken volgens het vredesakkoord. Voor de
kerst is er een leger aan soldaten van de oppositie aangekomen in Juba. Een
paar dagen later komen er nog meer. Ze zitten in hotels en overleggen.
Als
ik door de stad rij, veilig in de auto, op weg naar een afspraak, zie ik overal
de jongemannen in een soldaten uniform. Het zijn jonge mannen van rond de
twintig. Ze lijken een beetje rond te hangen, en doen me eerder aan
hangjongeren denken, die zich vervelen in de kerstvakantie. Als ik naar de
jonge gezichten kijk, kan ik me eigenlijk niet voorstellen, dat deze zelfde jonge
mannen vechten. Ik vind ze echt jong, ze zouden mijn kinderen kunnen zijn qua
leeftijd. Ze zouden naar school moeten gaan, genieten van het studentenleven en
de mooie dingen van het leven ontdekken. Maar deze jonge mannen zijn soldaten.
Ondanks
alle jonge mannen in een groen soldatenpak, is het rustig in de stad. Mensen
zijn echter bezorgd voor wat er misschien komen gaat.
Oudjaarsdag
kondigt de president een publieke bijeenkomst aan, waar hij een toespraak zal
houden. Ik heb een afspraak aan de andere kant van de stad. De vraag is, is het veilig voor mij om naar
mijn afspraak te gaan? We bespreken de situatie. Ik ga naar de afspraak, maar
de chauffeur neemt een grote omweg, om de eventuele massa mensen en onrusten te
ontwijken. Alles verloopt soepel. Ik ga nooit wandelend de deur uit hier in
Juba, zelfs niet voor een broodje om de hoek. Voor ieder uitstapje buiten onze
compound, stap ik in de auto, en wordt voor de deur afgeleverd, waar ik moet
zijn. Ik voel me beperkt in mijn vrijheid, maar het is nodig voor mijn
veiligheid.
Om
half vijf ben ik weer op de basis. Het is oudjaarsdag en we besluiten dat het
tijd is om te stoppen met werken. Met mijn twee aanwezige collega's en tevens
huisgenoten ga ik ergens wat drinken, om daarna weer terug te gaan naar onze
basis. Met de auto natuurlijk. We zitten echter relaxed ergens op de
binnenplaats van een hotel, en blijven hangen, en bestellen uiteindelijk ook
eten.
Voor
de avondklok van tien uur zijn we weer op onze basis. We
zitten op onze binnenplaats, achter hoge muren met prikkeldraad en genieten van
Hollandse en Franse kaas. Het onderwerp van gesprek is de politieke situatie.
En
dan slaat de klok twaalf uur, het is 2016. We wensen elkaar het allerbeste in
dit nieuwe jaar. Ik denk aan de mensen die mij dierbaar zijn. Ik vraag me af
wat 2016 zal brengen, voor mij, voor diegene die me dierbaar zijn, voor Zuid
Soedan? Hoelang blijf ik in Zuid Soedan? Wat ga ik hier doen in 2016?
Natuurlijk hebben we plannen, maar met zo'n fragiel land, weet je niet wat er
gaat gebeuren. Ik leef enigszins bij de dag, en kijk niet te ver
vooruit. Het zou zo mooi zijn als het vrede zou zijn in Zuid Soedan, en het
land aan echte opbouw kan werken.
Dan
begint het schieten. Vuurwerk……….?
Nee,......
geen siervuurwerk.
De
mensen in Juba schieten met hun geweer in de lucht om het nieuwe jaar in te
luiden. Ook vlak voor ons hek. Er zijn heel veel mensen met een geweer en er
wordt heel veel geschoten. Wij vluchten naar binnen, en vergrendelen de metalen deur
voor ons huis. Het gevaar van
het schieten is dat een kogel over het hek of de muur komt. Binnen zijn we
veilig. Even later lig ik op bed en luister naar de schoten. Overal hoor ik ze.
Ondanks de schoten, val ik snel in slaap. Als
ik wakker wordt, de eerste dag in 2016,
is het weer een gewone dag.
Later
op de dag lees ik het Nederlandse nieuws. 7566 incidenten met oud en nieuw,
1169 meldingen van mishandeling en bedreiging. In de regio midden Nederland
zijn 63 auto's in vlammen opgegaan. De nieuwjaarsduik waar vele mensen aan
deelnamen.
In
Zuid Soedan geen specifieke meldingen van incidenten tijdens oud en nieuw,
alleen politiek nieuws.