Na 4 weken in de hoofdstad Juba te hebben vertoefd, ben ik weer in het
veld. Het dorp, Pamat, onze basis, ligt in de provincie Aweil North, in de staat Northern Bahr el
Ghazal. De kliniek, heet PHCC Majaak Kaar en ligt ligt drie kilometer verderop
in het dorp Malual centre. Het is een basis gezondheidszorgpost. Er is een
polikliniek waar iedereen die ziek is wordt gezien. We hebben er 4 clinical
officers, 3 zien de patiënten in de polikliniek, 1 ziet de patiënten die
opgenomen zijn. We hebben 22 bedden om patiënten op te nemen, deels binnen in
een gebouw, deels in een rieten hut, met golfplaten dak.

Op de afdeling SRH, Sexual Reproductive Health, werken de
verloskundigen, en ondersteunend personeel, daar worden alle zwangere vrouwen
gezien, de bevallingen gedaan, en de vrouwen gecontroleerd na de bevalling.
Zieke zwangeren, zoals ernstige malaria worden daar opgenomen. Patiënten komen overall
vandaan en lopen soms een hele dag om de kliniek te bezoeken. We zien veel
vrouwen voor de controle tijdens de zwangerschap, maar helaas bevallen veel in
hun dorp.
In de kliniek hebben we een programma voor ondervoede kinderen, de
meeste behandelen we poliklinisch, de ernstig ondervoede kinderen met complicaties
nemen we op. We werken met lokale mensen,
alleen de health program manager is een expat. Op de basis hebben we nog 1 expat
voor de logistiek en 1 expat voor de administratie, financien en
personeelszaken.
Ik als medisch coördinator vlieg af en toe naar het veld voor monitoring,
evaluatie en praktisch ook te ondersteunen op allerlei gebied. In Juba
coördineer ik met andere partners, schrijf evaluaties en voorstellen. We hebben
in de planning een tweede kliniek te starten, maar wachten nog totdat de donor
het voorstel goed keurt.
Het leven in het veld is niet te vergelijken met het leven in Juba. Hieronder
een beschrijving van een aantal activiteiten van de afgelopen week met foto’s,
om een beeld te geven hoe mijn leven er hier uitziet.
Maandag
Zoals bijna ieder nacht word ik om 5 uur wakker. Ik word wakker van de
kou en pak mijn deken. Overdag is het ongeveer 35°C. Als ik ‘savonds ga slapen onder mijn
mosquitonet in de ‘Tukul’ is het warm,
maar ‘s nachts koelt het af naar ongeveer 15 °C.
Om 7.00 gaat mijn wekker. Het is aangenaam fris als ik mijn Tukul uitloop.
In onze gezamenlijke W.C. en douche
zijn geen insecten en kikkers te bekennen zoals vorige keer. Het is de droge
tijd.
Om kwart voor acht zit ik in
de ‘Luac’, aan mijn ontbijt; chapati en oploskoffie. Een kwartier later wandel
ik met mijn rugzak en nog een kop oploskoffie naar kantoor.
Op maandag ochtend is mijn hoofd leeg, ik open mijn laptop om te
bekijken wat ik zoal gepland heb. In de loop van ochtend heb ik een afspraak
met de supervisor van de afdeling SRH, Reproductieve gezondheidszorg. We brainstormen
samen welke zaken verbetering nodig hebben, welke protocollen er zijn en wat
nog nodig is. Het vervolg zal ik doen als ik weer in Juba ben.
Dit weekend is een moeder bevallen van een drieling, ik ben benieuwd
hoe het met haar en de drie meisjes gaat. De drie meisjes doen het goed en wegen
ieder ongeveer 2 kg. De
moeder was erg mager en zag er vermoeid
uit. De verloskundige vertelde me in het weekend dat de moeder voor de
13e keer zwanger was……. Mijn mond viel open van verbazing. 13 keer zwanger, ik
kan er met m’n hoofd niet bij. Ik schat de vrouw 35 jaar. Geen wonder dat ze er
zo vermoeid uitzag. Er blijken maar 3 kinderen in leven te zijn, en nu heeft ze
een drieling. De vrouw doet het goed en zit in het programma voor ondervoeding.
Ook voor zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven hebben we een programma,
waarin we de vrouwen voedingssupplmenten geven. Als de moeder ondervoed is, raken ook de kinderen ondervoed.
‘s Middags ben ik in de kliniek. Het is relatief rustig nu in de
kliniek, het malaria seizoen is voorbij. Dat geeft mogelijkheden om ‘s middags
trainingen te geven. Ik geef de hele week ‘s middags training over
ondervoeding. Het behandelen van ondervoede kinderen lijkt eenvoudig, maar
blijkt ingewikkeld te zijn als je erover gaat nadenken. De diagnose moet juist gesteld worden, matige
of ernstig ondervoed; met of zonder complicaties. De behandeling hangt af van
de diagnose. Ik zet de mensen aan het werk in groepjes, ze krijgen het protocol en
werken een opdracht uit. Groep 1 geeft vervolgens de presentatie over het
screenen van de kinderen op ondervoeding.
Om half zes ‘s avonds ben ik weer op de basis, waar we ons kantoor en
onze woonplek hebben.
Maandag wordt alle data, die verzameld is van de afgelopen week,
ingeleverd op kantoor. De maand Januari is een trial voor de nieuwe data
formulieren en een nieuw data systeem. Ik voer de data in samen met de
kliniek manager. We werken door tot 20.00 omdat we allerlei details en knelpunten
bespreken.
Tegen de tijd dat het tien uur is kan ik mijn ogen niet meer open
houden.
Dinsdag
Ik ga om acht uur met de
jeep, en chauffeur naar de kliniek. Zoals altijd heb ik de radio bij me voor de
nodige communicatie. Mijn prioriteit is de apotheek vandaag. Daar is de
afgelopen twee maanden heel hard gewerkt en onze apothekers assistent is flink
getraind on the job. Nu 2 maanden later laat hij vol trots zijn werk zien, en heeft
hij het goed op orde. De volgende stap is het beheer en omgaan met medicatie op de afdelingen. Nu we
de apotheek op orde hebben, voeren we ook een nieuw apotheek management systeem
in. Ik zet het document op zijn computer, en samen voeren we de in en uit van
de afgelopen 2 weken in, en controleren we alles.
Tussen de middag eet ik op
de basis. We hebben gasten. Twee collega’s van een partner organisatie die ook een
voedingsprogramma runnen, zijn er. Vorige week heb ik ze voor het eerst
gesproken, ons doel is voornamelijk het werk goed te coördineren. In onze
kliniek komen de patiënten van ver. Wij screenen alle kinderen. Als ze ondervoed
zijn en ver weg wonen geven we de behandeling voor de eerste week en verwijzen
ze door naar een programma dicht bij hun woonplek. Ernstig ondervoede kinderen
met complicaties worden opgenomen, maar worden bij ontslag ook verwezen naar
een programma dicht bij hun woonplek. Samen met partner organisaties is het
belangrijk dit goed te coördineren.
In de middag ga ik verder met de
training en presenteert groep 2 : de behandeling van matig ondervoede kinderen.
We hebben vele discussies. Het
moeilijkste blijkt het bepalen van het streefgewicht, en we oefenen met
voorbeelden.
Na de training wandel ik met iemand van de kliniek terug naar de basis.
De eerste keer dat ik terug wandelde, dacht het lokale personeel, dat dit te
vermoeiend was voor mij. Het is een heel eind wandelen vonden ze. Ze hebben
geen idee hoeveel kilometers ik inmiddels al achter de rug heb. Inmiddels is
het gewoon dat ik wandel. Ik mag niet alleen wandelen, voor mijn veiligheid,
maar meestal is er wel iemand die mee wandelt van het lokale personeel. Het is
een aangename wandeling van een half uur en ik heb leuke gesprekken onderweg.
Op de basis werk ik nog even door en na het eten lig ik vroeg op bed. De
nacht is stil en rustig, de lucht zwart met heel veel sterren, en er heerst een
serene rust, niet te vergelijken met Juba, waar je auto’s hoort, mensen
schreeuwen, geweren worden afgeschoten en onze generator heel veel lawaai maakt.
Woensdag
Woensdag is de dag dat kinderen komen voor het voedingsprogramma, en ik
coach on the job. Het is druk,we zien meer als 80 kinderen. ‘s Middags is de rest van de
poli klaar, dus ik haal de clinical officers erbij, die normaal op de poli
zitten. Ieder zit achter een tafeltje en ziet de ondervoede kinderen en ik
hobbel van de een naar de ander, voor extra ondersteuning en uitleg. Behalve
de behandeling is ook voorlichting belangrijk. Hoe vaak moet het kind eten, wat
moet het eten. Als ik een paar keer hoor dat een moeder zegt: “maar dat ik heb
niet”, word ik moedeloos. Ik bedenk bij mezelf: “we kunnen zo ondervoeding blijven
behandelen. We moeten andere zaken doen, we moeten iets met voedsel zekerheid." Dat is ook deels ons plan, maar dat is nog niet zomaar voor elkaar.
Een clinical officer roept mij bij een kind dat ze willen
opnemen. Het
jongetje is 5 jaar en weegt 6 kg, het is
letterlijk vel over been. Dit is niet het kind op de foto hiernaast, alhoewel dit kind ook ernstig ondervoed is, doet dit kind het erg goed in vergelijking met het jongetje van 5. Het jongetje van 5 is achter in de ontwikkeling, hij loopt nog
niet, is aan één oog blind, met het andere oog lijkt hij iets te zien. Hij
zwaait heen en weer met zijn hand voor dat oog. Als ik het jongetje zijn hand
pakt, grijpt hij mijn vinger en laat niet meer los. Mijn hart smelt voor het
jongetje. Ik vind het zo ontzettend triest zo’n ontzettend ondervoed kind te
zien. Soms is het zwaar om in Zuid Soedan te werken, maar op het moment dat ik
dit jongetje zie, weet ik waarom ik hier ben.
Donderdag
Vanochtend op kantoor, knutsel ik nog aan ons nieuwe data verzamel
systeem. Het is spelen met excel, zorgen dat alle formules kloppen en gelinkt
zijn aan elkaar. Verder e-mail, en
nog een verslag. Om kwart over tien stap ik in de Jeep. Ik heb ‘Health and Nutrition
cluster’ vergadering met de County Health department en partners in Gok Machar.
Gok Machar is de hoofdplaats van de county (provincie). Dat klinkt heel wat,
maar de plaats bestaat vooral uit hutjes oftewel ‘Tukuls’ van modder met rieten
daken. Hier en daar staat een stenen
gebouw, de straten zijn van zand, en er rijdt amper een auto.
De vergadering duurt maar 3 uur. Daarna ga ik op weg naar Nyamlel,
samen met twee collega’s van een partner organisatie. Onze therapeutische voeding
voor het stabilisatie centrum voor ondervoede kinderen is op. We verwachten een
levering, maar het transport is een probleem. Daarom kunnen nu we een doos lenen van de partner organisatie. Nyamlel
is aan de overkant van de rivier. Er is een brug, maar die is al heel lang in
aanbouw, en de auto kan er niet overheen, maar het water staat laag dus rijden
we met de jeep dwars door de rivier. Aan de overkant in Nyamlel zetten we de
collega’s van de partner organisatie af en krijg ik een doos therapeutische
voeding mee.
Ik ben om half vier weer terug in onze kliniek, maak het personeel blij
met de therapeutische voeding en we gaan verder met het vervolg van de
training.
Iemand van de afdeling Reproductieve gezondheidszorg vertelt me dat er
nog maar twee ampullen oxytocine is. Ik denk: “SHIT”
Sinds de dag dat ik in Zuid Soedan ben hebben we tekorten met
medicijnen. Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat het minimaal 3
maanden duurt voordat bestelde medicatie in Zuid Soedan is. We bestellen onze
medicatie via het hoofdkantoor in Parijs, en het komt uit België en Nederland
van twee leveranciers. In Zuid Soedan is het niet mogelijk om medicijnen te
krijgen van goede kwaliteit. Maar bestellen en de invoer neemt tijd in beslag. Al heel snel heb ik medicijnen besteld, en ook nog een extra bestelling gedaan. We hopen dat het er eind Januari hier is.
Zodra deze bestelling binnen is heb ik een hele zorg minder.
‘s avonds terug op de basis, overleg ik met een collega over de
oxytocine.Oxytocine wordt gegeven na de bevalling van het kind voordat de
placenta eruit is. Er gaat morgen een auto naar Aweil, dus we zouden 40
ampullen kunnen ophalen in Aweil bij een andere partner organisatie. Er gaan
een paar berichten op en neer, en ja hoor we kunnen oxytocine lenen. Het is fijn
om elkaar uit de brand te kunnen helpen.
Vrijdag
Vandaag staat in het teken van data verzamelen voor het
ondervoedingsprogramma. Samen met twee lokale medewerkers voor het
ondervoedingprogramma, lopen we alle kaarten van ondervoede kinderen langs die
geweest zijn van de week. Het gaat erom hoeveel kinderen met matige ondervoeding, hoeveel kinderen
met ernstige ondervoeding, hoeveel nieuwe opnames, hoeveel heropnames, hoeveel
genezen, hoeveel doorgestuurd, de leeftijdsgroep, het geslacht en ga zo maar
door. Ondertussen komen nog een paar kinderen. Dagelijks komen er ondervoede kinderen bij, die standaard gescreend worden. Het droge
seizoen is begonnen, dus het wordt nu alleen maar erger.
‘sMiddags ga ik naar het stabilisatie centrum waar we de ernstig
ondervoede kinderen met complicaties opnemen. Met een clinical officer neem ik
alle kinderen door. Ernstig ondervoede kinderen met complicaties zijn heel
ernstig ziek en hebben intensieve zorg nodig. Het jongetje van 5 jaar en 6 kilo
is er ook, hij eet goed zijn therapeutische voeding.
Eind van de middag komt de auto terug uit Aweil, met een koelbox, met
oxytocine. Gelukkig.
Vandaag stop ik om 18.00 met werken, dat is vroeg vergeleken met de
vorige dagen. Het is weekend, ik ben moe en mijn hoofd kan niet meer denken.
Zaterdag
De ochtend is relaxed, ik slaap uit. Na het ontbijt ga ik nog werken,
achter mijn laptop, ik heb nog een hele te doe lijst. De nieuwe data tool moet
nog bijgeschaafd worden. We moeten data aan leveren bij de Nutrition cluster,
er ligt nog een verslag te wachten voor UNICEF, waar we de voeding en
medicijnen van krijgen voor ernstig ondervoede kinderen. Ik mag nog alle baan
beschrijvingen herzien, want we gaan het een en ander veranderen.
Eind van de morgen hebben we ons wekelijks overleg op de basis. Deze
hebben we normaal op vrijdag, maar niet iedereen was er gisteren, dus doen we
het vandaag.
‘s avonds is het relaxed, we eten en babbelen na. Het is nog heel erg
licht buiten, het is volle maan. Achter onze compound zijn kinderen aan het
zingen en dansen, dat gaat door tot diep in de nacht. Ik zit even later tot diep inde nacht dit verhaal voor de weblog te
schrijven.
Zondag
De ochtend is relaxed, ik zit s’ochtend om negen uur met een chapati
en een kop oploskoffie in de zon. Een
heerlijk rustige start van de dag. Het is stil, de vogeltjes fluiten en ik
geniet. De katten komen kijken of ik wat te eten voor ze heb. Na een uur niks
doen behalve mijn koffie drinken, wordt het te warm en ga ik mijn verhaal voor
de weblog doorlezen, aanpassen en er de juiste foto's bij zoeken.