vrijdag 1 mei 2015

HET DAGELIJKSE LEVEN


Inmiddels ben ik 7 maanden in Jordanië. Aan één kant lijkt het of ik hier een eeuwigheid ben, aan de andere kant is het nog maar zo kort. Het gewone dagelijkse leven hier in Jordanië is aan één kant voor mij net zo gewoon als mijn leven in Nederland, aan de andere kant is het ook zo anders.

Ik sta ’s ochtend op tijd op, ergens tussen half acht en acht uur loop ik naar mijn werk. Meestal ben ik de eerste. Ik start mijn laptop op, en bekijk mijn mail, probeer het één en ander te doen, voordat mijn collega’s binnen lopen. Ik vergader, ik overleg regelmatig met collega’s over de inhoud van ons werk. Ik ga naar vergaderingen met andere organisaties, ik participeer in werkgroepen. Ik doe sollicitatiegesprekken en evaluatie gesprekken. Overal werken mensen, en waar mensen werken zijn er dezelfde hoogtepunten en uitdagingen waar ook ter wereld. Ik stort me in mijn werk, doe soms ’s avonds en in het weekend wat voor het werk. Ik heb altijd een ideaal beeld hoe het er uiteindelijk uit moet zien, meestal moet ik mijn verwachtingen naar beneden bijstellen, maar dat gebeurde mij ook in Nederland. ’s Avonds doe ik mijn boodschappen, kook mijn potje of sla het over. In het weekend ruim ik mijn huisje op en doe mijn was. Ik heb sinds 2 maanden mijn eigen huisje met tuin. Het is helemaal mijn plekje geworden en inmiddels heb ik ook de tuin ingericht.



Soms ga ik het weekend er op uit en neem dan mijn fototoestel mee. Als ik zo op mijn leven in Jordanië kijk is het een heel gewoon leven, zoals ik dat ook in Nederland heb.

Tegelijkertijd is het ook zo anders in Jordanië. Een andere land, een andere cultuur, een ander landschap en ik werk in een totaal andere situatie. Ik kom in een vluchtelingen kamp, wat een stad op zich is. De eerste keer is indrukwekkend het vluchtelingen kamp, maar als je er wekelijks komt, wen je aan de situatie. Als ik naar het veld ga zit ik 2 a 3 uur in de auto en probeer dan de tijd nuttig te gebruiken door op mij laptop te werken. De auto wordt regelmatig gecontroleerd onderweg.
De klinieken zijn niet luxe, maar eenvoudig ingericht. In Zaatari vluchtelingen kamp is de kliniek in caravans, of te wel bouw keten of barakken. In Ramtha hebben we een goed gebouw. De persoon op administratie registreert meer dan 150 patiënten op een dag. Eén arts ziet meer als 50 patiënten op een dag.

Het beeld op straat is anders, alles is over het algemeen zandkleurig, het landschap en de huizen.
Het weer is over het algemeen droog. Soms zijn er zandstormen, dan voel je het zand in je ogen prikken en beginnen veel mensen te hoesten.
Ik woon dicht bij een moskee, en in plaats van de kerk klok op zondag, hoor ik nu vijf keer per dag de moskee. Maar ook dat went, ik word er in ieder geval niet wakker van ’sochtends om vier uur.

De kleding van vrouwen wisselt van zwarte wijde kleding met alleen de ogen onbedekt tot strakke spijkerbroeken en shirts. In korte broek en hemdje lopen, is er in principe niet bij.
Alcohol is hier in verhouding schreeuwend duur, en op de meeste plekken wordt geen alcohol geschonken. Alle mannen roken en ook veel vrouwen, ook in alle openbare gelegenheden. In restaurants is het een gewoonte om na het eten een waterpijp te bestellen.

Ik moet me aan een aantal veiligheidsvoorschriften houden, maar over het algemeen kan ik me vrij bewegen. In veel belangrijke gebouwen en grote winkelcentra ga ik een poortje door en wordt mijn bagage gecontroleerd, zoals dit ook op een vluchthaven gebeurd.

Ik voel me op mijn plek hier in Jordanië, waar mijn leven aan één kant zo gewoon is, en aan de andere kant zo bijzonder. Eén ding is zeker, ik verveel me geen moment, maar dat gebeurde me ook niet in Nederland, want in het gewone dagelijkse leven gebeurt heel veel. Het zijn de kleine dingen, de verhalen van mensen, de contacten met allerlei mensen, ongeacht hun cultuur, hun achtergrond, religie en gewoonte; de kleine eenvoudige dingen wat je voor iemand kan doen, die het leven zo bijzonder maken, waar ook ter wereld.