Een nieuwe missie, een nieuw
land en een nieuw team. Bijna 2 maanden ben ik nu in Irak met als basis
Erbil, waar ik inmiddels geïntroduceerd ben met het nieuwe onbekende. De aankomst op de luchthaven in Erbil was een groot verschil
met Zuid Soedan. Het is een echte luchthaven, netjes en schoon. Bij de immigratie
kreeg ik een stempel in mijn paspoort waarmee ik 1 maand in Koerdistan kan
verblijven. Mijn bagage hoefde niet uitgepakt te worden, ik kon het gewoon van
de bagageband pakken en zonder enig gedoe stond ik snel buiten.
Erbil is de hoofdstad van het Koerdische deel van Irak, met
hoge flatgebouwen, geasfalteerd wegen, stoplichten die werken, grote winkelcentra
en restaurants. Geen kleine ommuurde compound met prikkeldraad en geen avondklok.
Kantoor en geusthouse is hier gescheiden, en als leidinggevende heb ik mijn
eigen flat. Ik doe normaal boodschappen in de supermarkt, loop over straat en
wandel in het park. Ja een heel normaal leven en een heel ander leven dan ik in
Zuid Soedan gewend was.
Irak is een land met een rijke geschiedenis, en namen van
plaatsen die ik ken van de bijbel. Het is het land van het oude Mesopotamië
tussen de Eufraat en Tigris, waar misschien ooit het paradijs met Adam en Eva
heeft gelegen. Het land waar de toren van Babel werd gebouwd en een Babylonische
spraakverwarring ontstond. Het land waar Abraham is geboren, de voorvader van
de joden, de christenen en de moslims. Het land met de stad Nineveh waar Jonas
naar toe gestuurd werd, toen hij niet ging belande hij na een omweg in de buik
van een grote vis. Het land van het Assyrische rijk, het Babylonische rijk, het
Osmaanse rijk, het Perzische rijk, en nog veel meer. Het is ook het land van
Sadam Hoessein, en van de IS (de islamitische staat).
Het huidige Irak is een land wat te complex lijkt om te begrijpen. Om de situatie echt goed te begrijpen is het nodig om het hele Midden-Oosten
te begrijpen met haar geschiedenis, religies, politiek, en een aarde wat borrelt
van de olie, het goud der aarde.
Irak is nu herstellende van de oorlog met de IS. Er zijn
steden verwoest zoals Sinjar en Mosul, er worden mijnen en explosieven
opgeruimd en er worden nog steeds massa graven gevonden.
Mensen die ooit gevlucht zijn voor oorlog en geweld, keren
nu terug naar hun woonplaatsen, waar hun huizen in puin liggen, de
infrastructuur verdwenen is, en waar het leven weer opgebouwd moet worden. Niet iedereen is er klaar voor om terug te
keren, want terug keren naar de plek waar de afschuwelijkste dingen zijn gebeurd
is bijzonder moeilijk.
In de zomer van 2014, was Sinjar in Irak wereldnieuws. De terreurgroep
IS was Sinjar, Nineveh, in Irak binnen getrokken, waar ze 5000 Yezidi mannen
vermoorden, en duizenden meisjes en vrouwen meenamen en ze tot seks slavinnen
maakten. 200,000 mensen sloegen op de vlucht en een deel kwam vast te zitten in
de bergen omsingeld door de IS, zonder eten, drinken en onderdak. Vijf dagen
later konden ze van de bergen afkomen nadat Koerdische strijders, geholpen door Amerikaanse bombardementen, een corridor hadden vrijgemaakt. Ook ik heb dit nieuws meegekregen. Het was
nieuws zoals er zoveel afschuwelijk nieuws is. Het maakte indruk, maar daarna ging
mijn leven door.
Nu 5 jaar later zit ik in Irak, en ik kom deze mensen tegen, die vast gezeten hebben op deze berg, de vrouwen die seksslavin zijn geweest en
kinderen die gehersenspoeld werden door de IS. Ik hoor verhalen en ik voel de
pijn en het verdriet.
Met ons team verzorgen wij een gezondheidsprogramma in één
van de kampen, in het noorden van het Koerdische deel in Irak. Dit is een vluchtelingenkamp
waar 27,000 mensen in tenten wonen. De meeste zijn Yezidi’s en komen uit Sinjar,
Nineveh. De tenten staan keurig in rijen en lijkt goed georganiseerd. De kampleiding
zegt met een lach: “een VIP kamp”. Tenten zijn voorzien van stroom en
water, met ruimtes die als badkamer en keuken dienen. Een gezin van 6 krijgt
een tent van 4 X 6 meter, een groter gezin krijgt twee tenten. In de zomer is het heet in de tent en in de
winter koud. De kerosine kachel gaat s ’nachts echter uit in de winter, omdat
men bang is dat anders de tent in brand vliegt.
Ik hoor de verhalen van onze counselors, zelf ook gevluchte mensen,
die psychosociale zorg bieden aan getraumatiseerd kinderen, mannen en vrouwen. Veel
mensen zijn er nog niet klaar voor om terug te keren naar Sinjar, waar ze
vandaan komen. Hun huizen liggen in puin, er is daar niets, maar misschien nog
wel belangrijker, het vluchtelingenkamp is veilig. Op mijn vraag of ze terug
willen antwoordt iemand: “Ik kan niet terug”.
Ik voel de pijn en de angst in die woorden, niet iedereen kan of wil
praten over het verleden.
Psychologische hulp is heel hard nodig en is onderdeel van
ons gezondheidszorg programma. Ik heb bewondering voor onze counselors, die
zelf ook het nodige hebben meegemaakt.