zaterdag 26 oktober 2019

DE EERSTE INDRUKKEN IN IRAK


Een nieuwe missie, een nieuw land en een nieuw team. Bijna 2 maanden ben ik nu in Irak met als basis Erbil, waar ik inmiddels geïntroduceerd ben met het nieuwe onbekende. De aankomst op de luchthaven in Erbil was een groot verschil met Zuid Soedan. Het is een echte luchthaven, netjes en schoon. Bij de immigratie kreeg ik een stempel in mijn paspoort waarmee ik 1 maand in Koerdistan kan verblijven. Mijn bagage hoefde niet uitgepakt te worden, ik kon het gewoon van de bagageband pakken en zonder enig gedoe stond ik snel buiten. 

Erbil is de hoofdstad van het Koerdische deel van Irak, met hoge flatgebouwen, geasfalteerd wegen, stoplichten die werken, grote winkelcentra en restaurants. Geen kleine ommuurde compound met prikkeldraad en geen avondklok. Kantoor en geusthouse is hier gescheiden, en als leidinggevende heb ik mijn eigen flat. Ik doe normaal boodschappen in de supermarkt, loop over straat en wandel in het park. Ja een heel normaal leven en een heel ander leven dan ik in Zuid Soedan gewend was. 

Irak is een land met een rijke geschiedenis, en namen van plaatsen die ik ken van de bijbel. Het is het land van het oude Mesopotamië tussen de Eufraat en Tigris, waar misschien ooit het paradijs met Adam en Eva heeft gelegen. Het land waar de toren van Babel werd gebouwd en een Babylonische spraakverwarring ontstond. Het land waar Abraham is geboren, de voorvader van de joden, de christenen en de moslims. Het land met de stad Nineveh waar Jonas naar toe gestuurd werd, toen hij niet ging belande hij na een omweg in de buik van een grote vis. Het land van het Assyrische rijk, het Babylonische rijk, het Osmaanse rijk, het Perzische rijk, en nog veel meer. Het is ook het land van Sadam Hoessein, en van de IS (de islamitische staat). 

Het huidige Irak is een land wat te complex lijkt om te begrijpen. Om de situatie echt goed te begrijpen is het nodig om het hele Midden-Oosten te begrijpen met haar geschiedenis, religies, politiek, en een aarde wat borrelt van de olie, het goud der aarde.

Irak is nu herstellende van de oorlog met de IS. Er zijn steden verwoest zoals Sinjar en Mosul, er worden mijnen en explosieven opgeruimd en er worden nog steeds massa graven gevonden.

Mensen die ooit gevlucht zijn voor oorlog en geweld, keren nu terug naar hun woonplaatsen, waar hun huizen in puin liggen, de infrastructuur verdwenen is, en waar het leven weer opgebouwd moet worden.  Niet iedereen is er klaar voor om terug te keren, want terug keren naar de plek waar de afschuwelijkste dingen zijn gebeurd is bijzonder moeilijk. 

In de zomer van 2014, was Sinjar in Irak wereldnieuws. De terreurgroep IS was Sinjar, Nineveh, in Irak binnen getrokken, waar ze 5000 Yezidi mannen vermoorden, en duizenden meisjes en vrouwen meenamen en ze tot seks slavinnen maakten. 200,000 mensen sloegen op de vlucht en een deel kwam vast te zitten in de bergen omsingeld door de IS, zonder eten, drinken en onderdak. Vijf dagen later konden ze van de bergen afkomen nadat Koerdische strijders, geholpen door Amerikaanse bombardementen, een corridor hadden vrijgemaakt.  Ook ik heb dit nieuws meegekregen. Het was nieuws zoals er zoveel afschuwelijk nieuws is. Het maakte indruk, maar daarna ging mijn leven door. 

Nu 5 jaar later zit ik in Irak, en ik kom deze mensen tegen, die vast gezeten hebben op deze berg, de vrouwen die seksslavin zijn geweest en kinderen die gehersenspoeld werden door de IS. Ik hoor verhalen en ik voel de pijn en het verdriet. 
Met ons team verzorgen wij een gezondheidsprogramma in één van de kampen, in het noorden van het Koerdische deel in Irak. Dit is een vluchtelingenkamp waar 27,000 mensen in tenten wonen. De meeste zijn Yezidi’s en komen uit Sinjar, Nineveh. De tenten staan keurig in rijen en lijkt goed georganiseerd. De kampleiding zegt met een lach: “een VIP kamp”. Tenten zijn voorzien van stroom en water, met ruimtes die als badkamer en keuken dienen. Een gezin van 6 krijgt een tent van 4 X 6 meter, een groter gezin krijgt twee tenten.  In de zomer is het heet in de tent en in de winter koud. De kerosine kachel gaat s ’nachts echter uit in de winter, omdat men bang is dat anders de tent in brand vliegt.

Ik hoor de verhalen van onze counselors, zelf ook gevluchte mensen, die psychosociale zorg bieden aan getraumatiseerd kinderen, mannen en vrouwen. Veel mensen zijn er nog niet klaar voor om terug te keren naar Sinjar, waar ze vandaan komen. Hun huizen liggen in puin, er is daar niets, maar misschien nog wel belangrijker, het vluchtelingenkamp is veilig. Op mijn vraag of ze terug willen antwoordt iemand: “Ik kan niet terug”.  Ik voel de pijn en de angst in die woorden, niet iedereen kan of wil praten over het verleden.

Psychologische hulp is heel hard nodig en is onderdeel van ons gezondheidszorg programma. Ik heb bewondering voor onze counselors, die zelf ook het nodige hebben meegemaakt.