De
dagen en weken vliegen, ik werk van s’ochtends vroeg tot s'avonds laat en aan
schrijven kom ik niet echt toe.
Zaterdag
Ik
ben in Pamat samen met het hele coördinatie team uit Juba. We hebben een lange
en intensieve werkweek achter de rug met veiligheidsanalyse, teambuilding, en
kick of van onze nieuwe programma waarin we gaan uitbreiden naar 11 voedings
posten.
Vandaag
starten we de dag om 9.30 in plaats van 8.00, omdat het zaterdag is.
Na de
lunch gaan we met het Pamat team op pad voor de laatste stappen in de
veligheidsanalyse. Met de jeep gaan we
naar onze grote voorraad schuur. De benen strekken zou leuk zijn, maar het is
40 graden en iedere stap is teveel. De voorraad schuur is ooit gebouwd door
het wereld voedsel programma, nu huren we de schuur van de lokale gemeenschap.
We bewaren hier onze producten voor het behandelen van ondervoeding.
De
schuur wordt aan een grondige inspectie onderwerpen, met de vraag, kan iemand
hier inbreken, hoe doet de bewaking wijn werk.
Een
half jaar geleden heeft een kind van een jaar of 10 ingebroken via een grote
kier tussen de levensgrote schuifdeur en de muur, inmiddels zijn er grote
stenen tussen geplaatst. Ik bedenk me dat het kind dan wel erg mager moet zijn
geweest. Hij heeft een doos plumpynut gestolen, de therapeutische voeding voor
ernstig ondervoeding kinderen. De doos
pastte niet door de kier dus hij heeft de doos moeten uitpakken. De jongen en de
plympynut werden gevonden. Alle plumpynut kwam terug, op twee na, die hij heeft
opgegeten. Je kunt het de jongen niet kwalijk nemen.
Na de
voorraad schuur gaan we naar de kliniek, daar zijn we langer bezig, kijken naar
brandveiligheid, omgang met sleutels, toegang tot medicatie en andere zaken.
We
bekijken ook de nieuwe afdelingen die gebouwd worden. Omdat onze kliniek te
klein is zijn we aan het uitbreiden met de opname afdelingen, extra toiletten
en douches en een isolatie afdeling.
Zondag
Rustdag
vandaag. Ik heb zeker een 70-urige werkweek achter de rug. Rustdag betekent uitslapen, een uur ontbijten, genieten
van m'n koffie en de stilte. Na de lunch ga ik toch aan het werk. Ik heb
achterstallige mail en bespreek zaken met de veld coördinator.
Op
Zondag heb ik inmiddels de routine ontwikkeled om alle kranten online te lezen met
betrekking tot nieuws in Zuid Soedan. The Sudan tribune en radio tamazuj hebben
dagelijks nieuws over Zuid Soedan. Vervolgens loop ik alle berichten na van
veiligheidsforums.
Maandag
De laatste dag in het veld. Ik ben vroeg op. Om
8.00 vertrekken we met de jeep naar de '14 mile area', een gebied tussen Soedan
en Zuid Soedan, waar de landen het niet over eens zijn van wie het is. Het is
een NO GO area voor de VN. Wij hebben er een voedingspost waar wij tweemaal per
week heen gaan. Het is droog, dor en stoffig,
maar de zon die net op is, geeft het landschap een prachtige goudkleurige
gloed. Na 76 km en anderhalf uur hobbelen komen we aan bij de voedingspost waar
moeders met kinderen wachten. De lokale caretaker, die oppast op onze spullen
is alles aan het klaar zetten, de plastic stoeltjes, de dozen met plumpynut, de
weegschaal in de boom. Samen met onze veld coordinator brengen we de
dorpsleider een bezoekje in zijn hut, waar we het ondervoedingsproject bespreken. Ik
vraag: Waarom zijn er zoveel kinderen ondervoed? Ik krijg diverse antwoorden:
De rivier heeft geen vis, vorig jaar heeft een insect al onze gewassen
opgegeten, de voedsel distributie van het wereld voedsel programma was maar
genoeg voor twee weken.
Op
dit moment zijn we een kwalitatief onderzoek aan het plannen naar de diepere
oorzaken van ondervoeding en de ideeën en perspectieven van de lokale bevolking.
Dit moet plaats vinden in februari –
maart. Afhankelijk van de resultaten hopen we een project te starten met
voedselzekerheid. Ik hoop dat er ooit een tijd komt waarin we geen ondervoeding
meer hoeven te behandelen.
Op de
terug weg maken we een ommetje naar een ander dorp, waar we ook een voedingspost hebben. In ieder dorp waar we ondervoeding behandelen, bouwen we een
simpele post, een overdekte wachtruimte en een toilet met een gat in de grond.
In dit dorp wordt de laatste hand gelegd aan het toilet.
Dinsdag
8.00
ben ik weer klaar voor vertrek, maar het duurt even voordat mijn collega zover
is. We vertrekken weer naar Juba. Er komt een bericht binnen op de radio, er is
een patiënt in de kliniek die doorverwezen wordt naar het ziekenhuis in Aweil,
die mogen we meenemen. Het is een twee uur durende rit over een hobbelige
zandweg. Als we Aweil naderen komen bij een controlepost, waar we normaal
meteen doorgelaten worden. Vandaag komt er een militair naar ons toe, ik vraag
me af wat er aan de hand is. Er is een meisje van een jaar of twaalf, die
ernstig ziek is, de vraag is of we haar mee kunnen nemen naar het ziekenhuis in
Aweil. Ik vraag: ‘Gaat er iemand mee’. Het antwoord is: ‘Ja, haar moeder’. Het
meisje is zwak, ze kan niet op haar benen staan en wordt de jeep ingedragen. Terwijl
de chauffeur verder rijdt, bekijken we haar snel, is ze uit uitgedroogd, is ze
alert, is het iets neurologisch. Ze is heel verzwakt, maar alert, en het is nog
20 minuten naar Aweil, dat moet okay zijn. Ik word eerst afgezet op het
vliegveld. Normaal wacht de chauffeur totdat het vliegtuig aankomt. Nu rijdt hij meteen door naar het ziekenhuis.
Om
half drie land ik in Juba. Op naar onze compound een snelle douche, me ontdoen
van mijn stoffige bezwete kleding en om vier uur ben ik op de Nederlandse
Ambassade voor een nieuwjaarsreceptie waar ik sinds lange tijd weer
Nederlands praat. Ik moet zoeken naar de Nederlandse woorden, en mijn Nederlands is
doorspekt met Engels. Voor de avondklok van zeven uur ben ik weer thuis. Ik
besluit niets meer te doen voor het werk, ondanks dat ik heel veel te doen heb.
Dat kost me moeite, maar ik ben en moe mijn hoofd heeft rust nodig.
Woensdag
Een
dag zonder afspraken, behalve onze wekelijkse vergadering, die we van de
dinsdag naar de woensdag hebben verschoven. Een dag om een inhaal slag te
maken. Ik ben bezig met een introductie plan voor nieuwe expats. Morgen
verwacht ik onze nieuwe health program manager, en 1 februari onze nieuwe Nutrition
program manager. Daarnaast hebben we het
implementatie plan voor onze 11 voedingsposten, de voorbereidingen zijn al in
volle gang zoals de vacatures uit zetten en besprekingen met de locale gemeenschap.
Donderdag
Een
dag vol afspraken. Donderdags heb ik een wekelijkse overleg, waarin we een veiligheidsupdate krijgen. Juba is relatief rustig,
maar elders in het land gebeurd er van alles.
S’
middags zit ik bij een mogelijke donor, we bespreken de mogelijkheid voor
fondsen voor noodhulp, het moet voor het eind van de maand binnen zijn. Geen
probleem, ik ga er mee aan de slag. Voor alles wat we doen schrijven we voorstellen voor donoren. Het
maakt dat je verantwoording afdraagt over wat je doet en hoe het geld besteed
wordt. Belangrijk is dat je als organisatie
eerst je strategie klaar hebt, en vervolgens de juiste match vindt met donoren.
Eind
van de dag sta ik te wachten bij de luchthaven, ik wacht op onze nieuwe health
program manager. Een vriendelijk lachende jonge man herkent mij aan de T-shirt
met onze logo en komt mij tegemoet met uitgestoken hand. Terug op onze compound, geef ik hem een
uitgebreide veiligheidsbriefing en leg onze strikte regels uit.
Vrijdag
Een
groot deel van de dag werk ik met onze nieuwe health program manager. Leg onze
programma's uit, bespreek de inhoud van het werk en geef hem allerlei leeswerk.
Hij blijft een paar dagen in Juba, voordat hij naar het veld vetrekt. Halverwege de dag heb ik een afspraak met een van onze donoren, om de laatste
hand te leggen aan een voorstel. Het is de tijd van voorstellen schrijven en
zorgen dat we onze projecten gefinancierd krijgen, maar we zijn op de goede weg.
Zaterdag
Het
is weekend, ik ben weer op tijd wakker, maar ik hoef niet meteen mijn bed uit.
Ik lig nog te dommelen en laat mijn gedachten gaan. Er ligt een voorstel op me
te wachten, dus hopla, toch maar mijn bed uit.
9.00 zit ik aan mijn ontbijt en mijn koffie. Inmiddels heb ik een
ochtendritueel van echte koffie zetten met koffie uit Kenia. In een metalen
kannetje doe ik koffie, heet water erop, even roeren, en dan door een zeefje in
mijn beker gieten. Sterke, pikzwarte koffie, het is mijn enigste verslaving
naast mijn werk.
S’ middags
heb ik een afspraak bij een andere organisatie waar ik uitgenodigd ben op het
eten. De weekenden ga ik soms ergens eten, of komen er mensen bij ons eten,
altijd overdag, want s’ avonds heeft iedereen een avondklok en moet op tijd
binnen zijn.
Voordat
ik dit bericht publiceer is het alweer een week verder, zondag ochtend, want
ook vorige week is voorbij gevlogen.