Nederland - Parijs
Zondag 2 weken geleden was ik nog in Nederland. De dagen ervoor stonden
in het teken van afscheid nemen. Ik heb vaker afscheid genomen en ik heb dan
altijd dubbele gevoelens. Ik laat toch het vertrouwde weer achter me en stort
me in een nieuw en onbekend avontuur. Mijn familie is bezorgd, omdat Zuid Soedan niet een ideal land is. Hoe dit
avontuur eruit gaat zien……? Ik weet het niet..….. Ik laat me verrassen.
Ik reis met de trein van Amsterdam naar Parijs, een comfortabele reis.
Maandag en Dinsdag heb ik mijn briefing in Parijs op het hoofdkantoor
en teken ik mijn contract.
Parijs - Juba - Pamat
Dinsdag avond zit ik in het vliegtuig richting Juba, de hoofdstad van
Zuid Soedan. In Ethiopie stap ik over op een kleiner vliegtuig naar Zuid Soedan.
Woensdag ochtend stap ik uit op het kleinste internationale vliegveld waar ik
ooit ben geweest. Ik zie hier weinig grote vliegtuigen van de bekende
luchtvaartmaatschappijen. In plaats daarvan staan er helikopters en vliegtuigen
van de Verenigde Naties en het Internationale Rode Kruis. We lopen van het
vliegveld naar de ontvangsthal. Ontvangsthal is een woord wat beslist niet van
toepassing is hier. Het is klein en het krioelt van de mensen, en ik ruik
Afrika.
Ik moet een formuliertje
invullen en zoek een plek bij de tafel. Ik ga blijkbaar aan de verkeerde
kant van de tafel staan en word terug
gestuurd. Even later sta ik in de rij met mijn paspoort bij één van de drie
loketjes. Daarna mag ik doorlopen naar
de andere kant van de tafel, waar ik eerst werd weggestuurd. Op de grond staan alle koffers en tassen, ik vis
de mijne er tussen uit. Iedereen moet zijn koffer of tas op tafel leggen
en de koffer openmaken, waar de inhoud wordt bekeken door een jonge man in een
militair pak. Ik zoek mijn bril op, om vervolgens aan mijn cijferslot te
morrelen. De jonge militair glimlacht en zegt dat het okay is, ik hoef mijn
tassen niet open te maken. Blijkbaar zie ik er onschuldig uit.
Ik word opgewacht door één van mijn nieuwe collega’s in Juba , die
heeft mij al herkend van de pasfoto, terwijl ik met mijn tassen bezig was.
Met een jeep rijden we door Juba, de meeste auto’s die ik zie zijn van internationale
humanitaire organisaties of van militairen.
Aangekomen in de guesthouse, pak ik mijn spullen uit, neem een douche
en loop dan naar het kantoor op hetzelfde terrein. De compound is niet echt
groot, er staat een hoge muur omheen met er boven op prikkeldraad. Ik krijg ook
hier een briefing en krijg te horen dat ik morgen naar Pamat ga, waar we een
kliniek hebben, daar zal ik een paar weken blijven. Dus ik mag weer inpakken.
De volgende dag vlieg ik met een vliegtuig van WFP (World Food Program),
er zitten alleen mensen van humanitaire hulporganisaties in het vliegtuig. In plaats
van een blaadje met reclame van mooie reisbestemmingen en de TAX free spullen,
lees ik nu een blaadje van UNHAS (United Nations Humanitarian Air
Services). In landen waar geen veilig transport
is, zorgen zij voor veilig en betrouwbaar transport om humanitaire
hulpverleners naar de gewenste plaatsen te vervoeren.
De derde stop is Aweil, daar stap ik uit. Een landingsbaan van rode
aarde, even verder op staan jeeps van hulpverleningsorganisaties pasagiers op
te wachten.
Ook ik word hier opgewacht en we rijden met de jeep naar Pamat. De zon staat laag, het landschap is groen,
er zijn bijna geen auto’s op de weg. Ik zie ronde lemen hutjes met rieten
daken. Hier en daar spelen kinderen, vrouwen dragen hout en andere zaken op hun
hoofd. Het landschap straalt vrede en rust uit. Ben ik in Zuid Soedan ?? JA, ik ben in Zuid Soedan.
Mijn woonplek in Pamat
Dit is echt een geweldige
plek, rust en eenvoud. Ook hier staat een muur omheen, maar het is ruim van
opzet en de eerste dagen voelt als een werkvakantie en dat komt met name door
de omgeving, de rust en de stilte. Ik slaap in een stenen hutje met een
rieten dak. Overal zijn kieren en gaten, de kikkers en insecten kunnen vrij
naar binnen en buiten. Ik word gewaarschuwd dat er ook slangen naar binnen
kunnen komen en dat ik mijn schoenen moet nakijken voordat ik ze aantrek. Maar onder mijn klamboe voel ik me veilig.
De ideaalste tijd om te
douchen is vlak voordat de zon ondergaat heb ik ontdekt. Dan komen de
insecten nog niet op het licht af, en hoop ik dat ik niet meteen weer ga zweten
na de douche. Ik woon en werk hier met mijn collega’s, het voelt als leven in
een commune. We ontbijten samen, we werken samen, we lunchen samen, en dineren
samen in onze “LUAC”. Een “Luac” is een lokaal woord voor een extra grote hut,
met een rieten dak maar zonder muren; iedereen moet bukken om erin te lopen,
ook ik heb al twee keer flink mijn hoofd gestoten. Blijkbaar zouden de lokale mensen hier hun koeien
‘s nachts stallen. Om tien uur savonds verdwijnt iedereen in zijn hutje.
De eerste Zaterdag kijken we film. We hebben een beamer en een groot wit zeil.
Halverwege de film gaat een collega met een bezem over het witte zeil omdat het
inmiddels vol met insecten zit, die aangetrokken worden door het licht. De insecten hier zijn er in alle maten, groot
en klein, en er zitten hele mooie exemplaren bij. De beste plek om ze te obsereveren
is tijdens een toiletbezoek.
Mijn werk
De inhoud van mijn werk is heel divers en een korte impressie geven
valt niet mee. Ik verdiep me momenteel in de activiteiten die we doen in de
kliniek, ik lees allerlei documenten door, ik ondersteun hier bij de coordinatie
en organisatie van het werk. Ik ondersteun de health program manager die ook
nieuw is. De eerste rapportages zijn al geschreven, en indicatoren ingevuld. Ik
heb inmiddels heel veel mensen ontmoet, verpleegkundigen, verloskundigen,
verpleegassistenten, de supervisoren, chauffeurs, schoonmakers, mensen van andere
organisaties, vertegenwoordiger van het
ministerie van gezondheidszorg, en meer.
De eerste vergadering met lokale overheid, partners van andere organisaties en
dorpshoofden heb ik ook gehad. Hier mocht ik meteen een presentatie geven. Ik
ben blij dat ik inmiddels een hele rugzak aan ervaring bij me heb, want dat
komt me heel goed van pas om snel overzicht te krijgen in deze hele nieuwe
situatie. Er valt nog veel meer te vertellen over het werk, maar dat bewaar ik
voor de volgende keer.