zaterdag 17 januari 2015

HUISBEZOEKEN IN HET VLUCHTELINGEN KAMP


Het is een zaterdag als ik op pad ga met de arts van het mobiele team. Ik wilde steeds een keer met hem een dag op pad, maar iedere keer kwam er wat tussen. Dus ik besloot een zaterdag op te offeren, een dag dat ik geen andere afspraken heb, niemand me belt en ik alle tijd kan besteden aan het mobiele team en de huisbezoeken die ze afleggen.

Eén van mijn doelen is een goed beeld te krijgen hoe het mobiele team werkt, hoe het werk georganiseerd is, en welke knelpunten ze tegen aan lopen. Het beste beeld krijg je door daadwerkelijk te zien wat er gebeurt.
Ik heb al een paar keer ervaren dat ik een beeld had in gedachten, naar aanleiding van wat mij werd verteld, wat niet klopte met de werkelijkheid. Het is nu eenmaal zo, dat als iemand iets vertelt je een beeld creëert in gedachten aan de hand van je eigen referentie kader en je eigen ervaringen.

Deze zaterdag is het zover. We gaan patiënten thuis opzoeken, die niet zelf naar de kliniek kunnen komen. Het zijn oudere mensen die minder mobiel zijn, met suikerziekte, hoge bloedruk, hartfalen, reumatische aandoeningen en / of een halfzijdige verlamming.

We gaan op pad met de arts, een Syrische vrijwilliger (zelf een vluchteling), de chauffeur en ik. We hebben 8 huisbezoeken gepland staan. Van iedere patiënt hebben we het adres en het telefoonnummer. Een voorbeeld van dit adres is district 8 straat 2, dicht bij keukenblok 10. Als we daar zijn aangekomen, dan is de vraag welke tent of welke barak we moeten hebben. Ook al zijn de woonomstandigheden verre van ideaal, iedereen heeft een mobiele telefoon. De Syrische vrijwilliger belt de eerste patiënt. Hij krijgt de dochter aan de telefoon, maar zij is ergens voedsel gaan halen. De dochter belt een andere familielid, die na een paar minuten de weg op komt lopen en ons de weg wijst.

We komen aan bij een witte barak. Voor de barak hangt gekleurde kleding te drogen. We bukken om onder de waslijnen door te lopen. Bij de deur van de barak, doen we onze schoenen uit voordat we naar binnen gaan. Ik heb stevige, hoge wandelschoenen aan, heel handig voor de modder en regen in het vluchtelingen kamp, maar niet handig als je bij iedere barak of tent de schoenen uit moet doen.
Binnen worden we uitgenodigd om te gaan zitten op de matrassen op de grond.

De arts is een jonge man met een stoppelbaard, een beugel in de mond, een spijker broek die half afzakt, een onderbroek die er decoratief boven uitsteekt, een leren jasje en een stethoscoop om zijn nek. De meeste patiënten zijn oudere dames, die z’n oma of overgrootmoeder kunnen zijn, gekleed in lange traditionele gewaden en een sluier. Ze verwelkomen hem hartelijk als een zoon. De jonge arts pakt het patiënten dossier, begint een gesprek en schrijft dat wat nodig is in het patiëntendossier. Dan gaat hij op zijn knieën op de grond naast de oudere dames zitten om de bloedruk te meten of een bloedsuiker te meten. Hij schrijft de recepten voor, en geeft deze aan de dochters om deze later op de dag op te halen bij onze apotheek in de kliniek.

De meeste oudere dames moederen over hem, of laten hun dochters over hem moederen. Bijna overal weigeren we zo beleefd mogelijk koffie, maar dat lukt niet overal. De oudere dames bidden voor hem dat hij een goede vrouw vindt. Ook al is hij in mijn ogen erg jong, de oudere dames vinden het tijd worden voor een vrouw voor hem. Eén van de dames is geschokt te horen dat de Europese gast die de jonge arts vandaag bij zich heeft, 50 is en niet getrouwd is. Ze bedenkt zich dat het nog prima kan om te trouwen en kinderen te krijgen. Kinderen krijgen lijkt in dit geval het belangrijkste te zijn. Ik geef aan, stel dat ik nog een kind krijg, dan moet het kind over 10 jaar voor Oma zorgen. De oude dame vindt dit geen probleem.

Het was een bijzondere dag waar ik met plezier op terug kijk. Ik bewonder de veerkracht van de vriendelijke Syrische oude dames, die gevlucht zijn en hun dochters. Ik vond het mooi om de jonge arts bezig te zien, die zijn oude patiënten met alle respect benaderde en de oude dames die over de jonge man moederden.




zaterdag 10 januari 2015

JE SUIS MOSLIM


Schokkend vond ik de berichten uit Parijs van de week. Schokkend dat de reden het maken van cartoons is. Misschien zijn sommige berichten of cartoons beledigend, maar als iedereen die ooit iemand heeft beledigd vermoord wordt blijft er geen mens meer over op deze wereld. Ik heb echter bewondering voor de vechtlust van mensen, om hun verhaal te blijven doen, en de mond niet te laten snoeren. Ik kon daarom niet anders dan mijn steun te betuigen door mijn Facebook profiel tijdelijk aan te passen.

Maar er zijn veel meer schokkende berichten: “Boko Haram doodt honderd mensen en verwoest 16 dorpen”, “Zeker 141 doden bij aanval taliban op school in Pakistan”, “Openbare geseling van Saudische blogger”. Als je het nieuws leest wordt je niet vrolijk. De afgelopen dagen heb ik heel veel nieuws gezien, totdat ik er ineens genoeg van kreeg, het was teveel.

Maar ik ben ook geschokt door reacties van mijn landgenoten.
“De grens sluiten voor alle immigranten uit moslimlanden”(Wilders). 
“Massaal alle moskeeën plat branden” en “Isamfobie”

Ik vind het jammer zulke reacties te lezen. Ik proef angst en haat in deze opmerkingen. Alle geweld begint met een hatelijke gedachte.

Nu zijn vaak de gruweldaden van de moslims in de media, maar vergeet niet dat Europeanen er ook wat van kunnen. De Europeanen, de zogenaamde christenen hebben zowat heel Afrika veroverd, pikte hun land in, hun grondstoffen, en verhandelede de mensen als slaven. Hitler vermoorde de Joden. Katholieke priesters misbuiken jongetjes, bij iedere voetbalwedstijd is er vandalisme en regelmatig is er een pedofiel in het nieuws. Maar niet iedere priester misbruikt kinderen, niet iedere voetbal fan is een vandalist en niet iedere Europese man is een pedofiel.
Zo is ook niet iedere Islamiet en terrorist.

Slechte daden komen niet voort uit een religie, zij komen voort uit individuele mensen, en soms groepen mensen, die elkaar opjutten, die een excuus nodig hebben.

Ik ben inmiddels in heel veel landen geweest, en heb te maken gehad met verschillende culturen en religies. Ik ken in al die verschillende landen, culturen en religies mensen met een heel goed hart. Alle religies verkondigen respect en liefde naar elkaar. Ik heb bewondering voor mensen die het goede van hun geloof willen uitdragen in het dagelijkse leven.

Ik woon momenteel in Jordanië en ben omringd door Moslims. Ik loop er westers bij, in spijkerbroek en zonder hoofddoek. Overal waar ik kom word ik met respect behandeld, zowel door mannen als vrouwen. Ik heb gesprekken met mensen over het geloof, de Islam en het Christendom. Ik heb veel vragen, door te vragen krijg ik uitleg, en krijg ik begrip.
Ik ontmoet bijzondere mensen, die overtuigd Moslim zijn, maar qua visie op het leven en de omgang met de naaste op één lijn zitten met hoe ik daar over denk.

In het vluchtelingen kamp ontmoette ik een oude, gesluierde vrouw. Zij heeft haar drie zoons verloren in de oorlog. Ze waren niet aan het vechten, maar waren per ongeluk op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats en zijn omgekomen tijdens een bombardement. De oude vrouw is verdrietig en denkt dagelijks aan haar zonen. Er komt echter geen kwaad woord over haar lippen, ze is één en al vriendelijkheid.

Een Jordaanse man gaf een bedelaar iets te eten, met heel veel respect en compassie. Hij keek de bedelaar na, en zei: “Hij heeft helemaal niets”. Ik was ontroerd en vertelde hem dat. Hij vertelde mij dat één van de vijf zuilen van de Islam is, dat je aan de armen geeft. Ik zei: “Maar er is verschil tussen het feit dat je het doet omdat het moet van je geloof, of omdat je het doet vanuit je hart”. Hij begreep mij niet helemaal, de Engelse taal was een barrière. Dus ik probeerde het nogmaals uit teleggen. Hij antwoorde: “Mijn hart en de Islam zijn één”. Ik was ontroerd. Hij meende het oprecht. Dit is een gewone Moslim man, met vrouw en kinderen, die gewoon een goed mens wil zijn en begaan is met zijn medemens.

Ik voel me op mijn plek hier in Jordanië tussen zulke aardige en goede Moslims.
Alle goede daden beginnen met goede gedachten.


dinsdag 6 januari 2015

KLAAR VOOR DE SNEEUWSTORM?


Het is dinsdagavond, ik zit binnen in m’n redelijke warme appartement. Hier en daar tocht het door de ramen, maar ik mag niet klagen. Vandaag was het al guur, koud en winderig.
Morgen wordt er een sneeuwstorm verwacht, iedereen wordt aangeraden binnen te blijven en vooral niet de weg op te gaan. We worden gewaarschuwd voor gladheid en voorwerpen die door de lucht kunnen vliegen tijdens windvlagen.
Vandaag heeft de minister president van Jordanië besloten dat het morgen een Public Holiday is vanwege de verwachte weersomstandigheden. Iedereen wordt aangeraden genoeg voorraad in huis te hebben. Vanavond wilde ik nog even brood halen, maar nergens was meer brood te bekennen. Iedereen heeft vandaag in de rij gestaan om brood in te slaan voor de komende dagen.

Ik blijf twee dagen op kantoor werken en mijn afspraken in het veld verzet ik. Als ik er echt niet uit kan werk ik thuis.
In Ramtha werken we morgen op halve kracht, met alleen de mensen die dicht bij de kliniek wonen. In Zaatari kamp sluiten we de klinieken, want mensen kunnen er niet komen als het sneeuwt.
In Zaatari kamp is er een noodplan voor dit slechte weer, er is in ieder geval één kliniek in het kamp open voor nood. Er zijn drie opvangcentra voor de mensen, om ze te beschermen tegen de kou, want vele mensen wonen in tenten. Er zijn allerlei noodnummers voor diverse omstandigheden.

Het lijkt erop dat iedereen de nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen voor deze winterstorm. 
Maar…. hoe zal het zijn als je in een tent woont, het stormt en sneeuwt en je moet gaan schuilen in één van de opvangcentra in het kamp? Hoe zal het zijn met je tijdelijke woning als de storm weer voorbij is? 

NA DE SNEEUWSTORM 15 januari

De sneeuw storm is weer voorbij. Ik heb 4 dagen binnen gezeten. Waar ik woon was een laagje sneeuw, maar vooral nat en mistig. In andere delen van Amman lag echter een flink pak. Het hing af van de hoogte waar je woont hoeveel sneeuw er uiteindelijk lag. Met weersomstandigheden waar bij ons in Nederland alles gewoon doorgaat, lag hier alles stil. Het was doodstil op straat. Door het opvriezen van de nattigheid was het gevaarlijk glad op straat. Iedere dag wachtte iedereen af wat de minister President zei, zou het weer een public Holiday zijn. Na 4 dagen binnen zitten ging ik zondag weer naar m’n werk, maar er was maar een enkeling op kantoor. Maandag begon het leven vanaf 11.00 ’s ochtends, , nadat alle gladdigheid voorbij zou zijn. Ook dinsdag begon het leven laat. Woensdag was eindelijk weer een normale dag.

Ik heb mijn tijd heel nuttig kunnen besteden, met rustig thuis werken kon ik heel veel dingen doen, maar andere zaken moesten uitgesteld worden. 




maandag 5 januari 2015

Uitzending: "De Reunie"

Ik heb net uitzending gemist, "De Reunie" gekeken. Het verhaal van de oorlogsfotograaf is bijzonder. Op het einde van de uitzending loopt hij in Zaatari Vluchtelingen kamp in Jordanië, waar ik deels werk. Zie de link hieronder.

Uitzending: "De Reunie"