Het is een zaterdag als ik op pad ga met de arts van
het mobiele team. Ik wilde steeds een keer met hem een dag op pad, maar iedere
keer kwam er wat tussen. Dus ik besloot een zaterdag op te offeren, een dag dat
ik geen andere afspraken heb, niemand me belt en ik alle tijd kan besteden aan
het mobiele team en de huisbezoeken die ze afleggen.
Eén van mijn doelen is een goed beeld te krijgen hoe
het mobiele team werkt, hoe het werk georganiseerd is, en welke knelpunten ze
tegen aan lopen. Het beste beeld krijg je door daadwerkelijk te zien wat er
gebeurt.
Ik heb al een paar keer ervaren dat ik een beeld had
in gedachten, naar aanleiding van wat mij werd verteld, wat niet klopte met de
werkelijkheid. Het is nu eenmaal zo, dat als iemand iets vertelt je een beeld creëert
in gedachten aan de hand van je eigen referentie kader en je eigen ervaringen.
Deze zaterdag is het zover. We gaan patiënten thuis
opzoeken, die niet zelf naar de kliniek kunnen komen. Het zijn oudere mensen
die minder mobiel zijn, met suikerziekte, hoge bloedruk, hartfalen, reumatische
aandoeningen en / of een halfzijdige verlamming.
We gaan op pad met de arts, een Syrische vrijwilliger
(zelf een vluchteling), de chauffeur en ik. We hebben 8 huisbezoeken gepland staan.
Van iedere patiënt hebben we het adres en het telefoonnummer. Een voorbeeld van
dit adres is district 8 straat 2, dicht bij keukenblok 10. Als we daar
zijn aangekomen, dan is de vraag welke tent of welke barak we moeten hebben. Ook
al zijn de woonomstandigheden verre van ideaal, iedereen heeft een mobiele
telefoon. De Syrische vrijwilliger belt de eerste patiënt. Hij krijgt de
dochter aan de telefoon, maar zij is ergens voedsel gaan halen. De dochter belt
een andere familielid, die na een paar minuten de weg op komt lopen en ons de
weg wijst.
We komen aan bij een witte barak. Voor de barak hangt gekleurde
kleding te drogen. We bukken om onder de waslijnen door te lopen. Bij de deur
van de barak, doen we onze schoenen uit voordat we naar binnen gaan. Ik heb
stevige, hoge wandelschoenen aan, heel handig voor de modder en regen in het
vluchtelingen kamp, maar niet handig als je bij iedere barak of tent de
schoenen uit moet doen.
Binnen worden we uitgenodigd om te gaan zitten op de
matrassen op de grond.
De arts is een jonge man met een stoppelbaard, een beugel in de mond, een
spijker broek die half afzakt, een onderbroek die er decoratief boven
uitsteekt, een leren jasje en een stethoscoop om zijn nek. De meeste patiënten
zijn oudere dames, die z’n oma of overgrootmoeder kunnen zijn, gekleed in lange
traditionele gewaden en een sluier. Ze verwelkomen hem hartelijk als een zoon. De
jonge arts pakt het patiënten dossier, begint een gesprek en schrijft dat wat
nodig is in het patiëntendossier. Dan gaat hij op zijn knieën op de grond naast
de oudere dames zitten om de bloedruk te meten of een bloedsuiker te meten. Hij
schrijft de recepten voor, en geeft deze aan de dochters om deze later op de
dag op te halen bij onze apotheek in de kliniek.
De meeste oudere dames moederen over hem, of laten hun dochters over
hem moederen. Bijna overal weigeren we zo beleefd mogelijk koffie, maar dat
lukt niet overal. De oudere dames bidden voor hem dat hij een goede vrouw vindt.
Ook al is hij in mijn ogen erg jong, de oudere dames vinden het tijd worden
voor een vrouw voor hem. Eén van de dames is geschokt te horen dat de Europese
gast die de jonge arts vandaag bij zich heeft, 50 is en niet getrouwd is. Ze
bedenkt zich dat het nog prima kan om te trouwen en kinderen te krijgen.
Kinderen krijgen lijkt in dit geval het belangrijkste te zijn. Ik geef aan,
stel dat ik nog een kind krijg, dan moet het kind over 10 jaar voor Oma zorgen.
De oude dame vindt dit geen probleem.
Het was een bijzondere dag waar ik met plezier op terug kijk. Ik
bewonder de veerkracht van de vriendelijke Syrische oude dames, die gevlucht
zijn en hun dochters. Ik vond het mooi om de jonge arts bezig te zien, die zijn
oude patiënten met alle respect benaderde en de oude dames die over de jonge
man moederden.

