zondag 29 januari 2017

DE DAGEN EN WEKEN VLIEGEN




De dagen en weken vliegen, ik werk van s’ochtends vroeg tot s'avonds laat en aan schrijven kom ik niet echt toe.

Zaterdag
Ik ben in Pamat samen met het hele coördinatie team uit Juba. We hebben een lange en intensieve werkweek achter de rug met veiligheidsanalyse, teambuilding, en kick of van onze nieuwe programma waarin we gaan uitbreiden naar 11 voedings posten.
Vandaag starten we de dag om 9.30 in plaats van 8.00, omdat het zaterdag is.
Na de lunch gaan we met het Pamat team op pad voor de laatste stappen in de veligheidsanalyse.  Met de jeep gaan we naar onze grote voorraad schuur. De benen strekken zou leuk zijn, maar het is 40 graden en iedere stap is teveel. De voorraad schuur is ooit gebouwd door het wereld voedsel programma, nu huren we de schuur van de lokale gemeenschap. We bewaren hier onze producten voor het behandelen van ondervoeding.
De schuur wordt aan een grondige inspectie onderwerpen, met de vraag, kan iemand hier inbreken, hoe doet de bewaking wijn werk.
Een half jaar geleden heeft een kind van een jaar of 10 ingebroken via een grote kier tussen de levensgrote schuifdeur en de muur, inmiddels zijn er grote stenen tussen geplaatst. Ik bedenk me dat het kind dan wel erg mager moet zijn geweest. Hij heeft een doos plumpynut gestolen, de therapeutische voeding voor ernstig ondervoeding kinderen. De doos pastte niet door de kier dus hij heeft de doos moeten uitpakken. De jongen en de plympynut werden gevonden. Alle plumpynut kwam terug, op twee na, die hij heeft opgegeten. Je kunt het de jongen niet kwalijk nemen.
Na de voorraad schuur gaan we naar de kliniek, daar zijn we langer bezig, kijken naar brandveiligheid, omgang met sleutels, toegang tot medicatie en andere zaken.
We bekijken ook de nieuwe afdelingen die gebouwd worden. Omdat onze kliniek te klein is zijn we aan het uitbreiden met de opname afdelingen, extra toiletten en douches en een isolatie afdeling.

Zondag
Rustdag vandaag. Ik heb zeker een 70-urige werkweek achter de rug. Rustdag betekent uitslapen, een uur ontbijten, genieten van m'n koffie en de stilte. Na de lunch ga ik toch aan het werk. Ik heb achterstallige mail en bespreek zaken met de veld coördinator.
Op Zondag heb ik inmiddels de routine ontwikkeled om alle kranten online te lezen met betrekking tot nieuws in Zuid Soedan. The Sudan tribune en radio tamazuj hebben dagelijks nieuws over Zuid Soedan. Vervolgens loop ik alle berichten na van veiligheidsforums. 

Maandag
De laatste dag in het veld. Ik ben vroeg op. Om 8.00 vertrekken we met de jeep naar de '14 mile area', een gebied tussen Soedan en Zuid Soedan, waar de landen het niet over eens zijn van wie het is. Het is een NO GO area voor de VN. Wij hebben er een voedingspost waar wij tweemaal per week heen gaan. Het is droog, dor en stoffig, maar de zon die net op is, geeft het landschap een prachtige goudkleurige gloed. Na 76 km en anderhalf uur hobbelen komen we aan bij de voedingspost waar moeders met kinderen wachten. De lokale caretaker, die oppast op onze spullen is alles aan het klaar zetten, de plastic stoeltjes, de dozen met plumpynut, de weegschaal in de boom. Samen met onze veld coordinator brengen we de dorpsleider een bezoekje in zijn hut, waar we het ondervoedingsproject bespreken. Ik vraag: Waarom zijn er zoveel kinderen ondervoed? Ik krijg diverse antwoorden: De rivier heeft geen vis, vorig jaar heeft een insect al onze gewassen opgegeten, de voedsel distributie van het wereld voedsel programma was maar genoeg voor twee weken.
Op dit moment zijn we een kwalitatief onderzoek aan het plannen naar de diepere oorzaken van ondervoeding en de ideeën en perspectieven van de lokale bevolking. Dit moet plaats vinden in februari maart. Afhankelijk van de resultaten hopen we een project te starten met voedselzekerheid. Ik hoop dat er ooit een tijd komt waarin we geen ondervoeding meer hoeven te behandelen.
Op de terug weg maken we een ommetje naar een ander dorp, waar we ook een voedingspost hebben. In ieder dorp waar we ondervoeding behandelen, bouwen we een simpele post, een overdekte wachtruimte en een toilet met een gat in de grond. In dit dorp wordt de laatste hand gelegd aan het toilet. 



Dinsdag
8.00 ben ik weer klaar voor vertrek, maar het duurt even voordat mijn collega zover is. We vertrekken weer naar Juba. Er komt een bericht binnen op de radio, er is een patiënt in de kliniek die doorverwezen wordt naar het ziekenhuis in Aweil, die mogen we meenemen. Het is een twee uur durende rit over een hobbelige zandweg. Als we Aweil naderen komen bij een controlepost, waar we normaal meteen doorgelaten worden. Vandaag komt er een militair naar ons toe, ik vraag me af wat er aan de hand is. Er is een meisje van een jaar of twaalf, die ernstig ziek is, de vraag is of we haar mee kunnen nemen naar het ziekenhuis in Aweil. Ik vraag: ‘Gaat er iemand mee’. Het antwoord is: ‘Ja, haar moeder’. Het meisje is zwak, ze kan niet op haar benen staan en wordt de jeep ingedragen. Terwijl de chauffeur verder rijdt, bekijken we haar snel, is ze uit uitgedroogd, is ze alert, is het iets neurologisch. Ze is heel verzwakt, maar alert, en het is nog 20 minuten naar Aweil, dat moet okay zijn. Ik word eerst afgezet op het vliegveld. Normaal wacht de chauffeur totdat het vliegtuig aankomt. Nu rijdt hij meteen door naar het ziekenhuis.
Om half drie land ik in Juba. Op naar onze compound een snelle douche, me ontdoen van mijn stoffige bezwete kleding en om vier uur ben ik op de Nederlandse Ambassade voor een nieuwjaarsreceptie waar ik sinds lange tijd weer Nederlands praat. Ik moet zoeken naar de Nederlandse woorden, en mijn Nederlands is doorspekt met Engels. Voor de avondklok van zeven uur ben ik weer thuis. Ik besluit niets meer te doen voor het werk, ondanks dat ik heel veel te doen heb. Dat kost me moeite, maar ik ben en moe mijn hoofd heeft rust nodig.

Woensdag
Een dag zonder afspraken, behalve onze wekelijkse vergadering, die we van de dinsdag naar de woensdag hebben verschoven. Een dag om een inhaal slag te maken. Ik ben bezig met een introductie plan voor nieuwe expats. Morgen verwacht ik onze nieuwe health program manager, en 1 februari onze nieuwe Nutrition program manager. Daarnaast hebben we het implementatie plan voor onze 11 voedingsposten, de voorbereidingen zijn al in volle gang zoals de vacatures uit zetten en besprekingen met de locale gemeenschap.  

Donderdag
Een dag vol afspraken. Donderdags heb ik een wekelijkse overleg, waarin we een veiligheidsupdate krijgen. Juba is relatief rustig, maar elders in het land gebeurd er van alles.
S’ middags zit ik bij een mogelijke donor, we bespreken de mogelijkheid voor fondsen voor noodhulp, het moet voor het eind van de maand binnen zijn. Geen probleem, ik ga er mee aan de slag. Voor alles wat we doen schrijven we voorstellen voor donoren. Het maakt dat je verantwoording afdraagt over wat je doet en hoe het geld besteed wordt. Belangrijk is dat je als organisatie eerst je strategie klaar hebt, en vervolgens de juiste match vindt met donoren.
Eind van de dag sta ik te wachten bij de luchthaven, ik wacht op onze nieuwe health program manager. Een vriendelijk lachende jonge man herkent mij aan de T-shirt met  onze logo en komt mij tegemoet met uitgestoken hand. Terug op onze compound, geef ik hem een uitgebreide veiligheidsbriefing en leg onze strikte regels uit.

Vrijdag
Een groot deel van de dag werk ik met onze nieuwe health program manager. Leg onze programma's uit, bespreek de inhoud van het werk en geef hem allerlei leeswerk. Hij blijft een paar dagen in Juba, voordat hij naar het veld vetrekt. Halverwege de dag heb ik een afspraak met een van onze donoren, om de laatste hand te leggen aan een voorstel. Het is de tijd van voorstellen schrijven en zorgen dat we onze projecten gefinancierd krijgen, maar we zijn op de goede weg. 

Zaterdag
Het is weekend, ik ben weer op tijd wakker, maar ik hoef niet meteen mijn bed uit. Ik lig nog te dommelen en laat mijn gedachten gaan. Er ligt een voorstel op me te wachten, dus hopla, toch maar mijn bed uit.
9.00 zit ik aan mijn ontbijt en mijn koffie. Inmiddels heb ik een ochtendritueel van echte koffie zetten met koffie uit Kenia. In een metalen kannetje doe ik koffie, heet water erop, even roeren, en dan door een zeefje in mijn beker gieten. Sterke, pikzwarte koffie, het is mijn enigste verslaving naast mijn werk.
S’ middags heb ik een afspraak bij een andere organisatie waar ik uitgenodigd ben op het eten. De weekenden ga ik soms ergens eten, of komen er mensen bij ons eten, altijd overdag, want s’ avonds heeft iedereen een avondklok en moet op tijd binnen zijn.

Voordat ik dit bericht publiceer is het alweer een week verder, zondag ochtend, want ook vorige week is voorbij gevlogen.